Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW
Einde inhoudsopgave
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.8.1:24.4.8.1 Inbreng in een personenvennootschap
Contractuele samenwerkingsverbanden in de BTW (FM nr. 133) 2009/24.4.8.1
24.4.8.1 Inbreng in een personenvennootschap
Documentgegevens:
A.J. van Doesum, datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
A.J. van Doesum
- JCDI
JCDI:ADS369416:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal ondernemingsrecht (V)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Europees belastingrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 26 juni 2003, nr. C-442/01 (KapHag), V-N 2003/34.14.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Wanneer een vennoot geld, goederen, het genot van goederen of arbeid inbrengt, handelt de vennoot in het kader van zijn vennootschappelijke band en binnen het kader van het samenwerkingsverband. Omdat voor de heffing van btw de vennoot en de vennootschap te onderscheiden rechtssubjecten zijn, is in het geval van inbreng, een handeling van de vennoot jegens de vennootschap waarneembaar.
In het geval van een inbreng in een personenvennootschap is het de vraag of dat tot een belastbare handeling (levering van een goed of dienst) in de zin van de btw leidt. Met betrekking tot de inbreng in contanten is deze vraag door het HvJ EG ontkennend beantwoord.1 Met betrekking tot de inbreng in natura is deze vraag nog niet beantwoord. Alvorens hier echter op in te gaan, is het van belang inbreng te onderscheiden van handelingen van vennoten jegens de vennootschap “als derden”.