Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Er wordt een comité voor het statuut opgericht, samengesteld uit vertegenwoordigers van de instellingen der Unie en een gelijk aantal vertegenwoordigers van hun personeelscomités. De procedure voor de benoeming van de leden van het comité voor het statuut wordt in onderlinge overeenstemming door de tot aanstelling bevoegde gezagsorganen van de instellingen vastgesteld. De organen zijn gezamenlijk vertegenwoordigd, volgens de regels die door hen en door de Commissie in onderlinge overeenstemming zijn overeengekomen.
Het comité wordt door de Commissie geraadpleegd over elk voorstel tot herziening van het Statuut; het brengt zijn advies uit binnen de door de Commissie gestelde termijn. Los van de taken die op grond van dit Statuut aan het comité zijn toegekend, kan het comité voorstellen formuleren inzake de herziening van het Statuut. Het comité komt bijeen op verzoek van de voorzitter, van een instelling of van het personeelscomité van een instelling.
De notulen der beraadslagingen van dit comité worden toegezonden aan de bevoegde gezagsorganen.