Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/214
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Procesrecht. Bewijsvermoeden met betrekking tot tussen partijen gemaakte afspraken. Tegenbewijs. Bewijswaardering.
HR 12-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:221
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
19/05705
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:221, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1117, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Procesrecht. Bewijsvermoeden met betrekking tot tussen partijen gemaakte afspraken. Tegenbewijs. Bewijswaardering.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/05705
Datum 12 februari 2021
ARREST
In de zaak van
1. [eiser 1],
2. [eiser 2], beiden wonende te [woonplaats],
EISERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk: [eisers],
advocaat: J.H.M. van Swaaij,
tegen
1. [verweerster 1] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
2. [verweerder 2],wonende te [woonplaats],
3. [verweerster 3] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats],
4. [verweerder 3],wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
advocaat: M.J. van Basten Batenburg. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.