Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/223
Valsheid in geschrift, meermalen gepleegd, art. 225 Sr en medeplegen van oplichting, art. 326 Sr. Klachten over verwerping uitdrukkelijk onderbouwd standpunt m.b.t. strafoplegging en redelijke termijn in hoger beroep. HR: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 19/00708.
HR 09-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:191
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 februari 2021
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/00707
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:191, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2020
Partij(en)
ARREST op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 januari 2019, nummer 20-001672-17, in de strafzaak tegen [verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1952, hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T.N.B.M. Spronken:
1. Inleiding
1.1.
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.