Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/215
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Opdracht. Declaratiegeschil tussen advocaten. Art. 7:405 BW.
HR 12-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:222
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 2021
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/05928
- Conclusie
A-G mr. B.J. Drijber
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Juridische beroepen / Advocaat
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:222, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1211, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑11‑2020
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Overeenkomstenrecht. Opdracht. Declaratiegeschil tussen advocaten. Art. 7:405 BW.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/05928
Datum 12 februari 2021
ARREST
In de zaak van
[eiser], wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
hierna: [eiser],
advocaat: R.K. van der Brugge,
tegen
[de maatschap], gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [de maatschap],
advocaat: E.J.H. Zandbergen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.J. Drijber:
1. Feiten
1.1
In deze zaak kan van het volgende worden uitgegaan.1.
1.2
[de maatschap] heeft in opdracht en voor rekening van [eiser] ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.