Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/513
Moord. Falende bewijsklacht voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 11-04-2017, ECLI:NL:HR:2017:647
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 april 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
16/02765
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:647, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑04‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:243, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑02‑2017
Essentie
Moord. Falende bewijsklacht voorbedachte raad. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 april 2016, nummer 20/000940-15, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. R.I. Takens, Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1.
De verdachte is bij arrest van 29 april 2016 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens “moord”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor duur van twintig jaren, met aftrek van voorarrest. Het hof heeft voorts de teruggave gelast van een aantal in beslaggenomen voorwerpen, een en ander als vermeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.