RvdW 2018/603:De opvatting dat het kortstondig niet naleven van de bij een rechterlijke beslissing vastgestelde omgangsregeling niet ‘het onttrekken’ van een minderjarige aan het gezag oplevert, temeer niet nu degene die het gezag over de minderjarige uitoefende bekend was met de verblijfplaats van de minderjarige, is onjuist.