Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/596
Caribische zaak (Sint Maarten). Overheidseigendom onroerende zaak op grond dat zaak geen andere eigenaar heeft; art. 5:24 BWSM (art. 5:24 BW); stelplicht en bewijslast; voldoende dat onbekend is wie eigenaar is?
HR 04-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:696
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 mei 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, M.J. Kroeze, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/00482
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:696, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:161, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑02‑2017
- Wetingang
Essentie
Caribische zaak (Sint Maarten). Overheidseigendom onroerende zaak op grond dat zaak geen andere eigenaar heeft; art. 5:24 BWSM (art. 5:24 BW); stelplicht en bewijslast; voldoende dat onbekend is wie eigenaar is?
Ingevolge art. 5:24 BWSM behoren onroerende zaken die geen andere eigenaar hebben, toe aan het Land. Deze bepaling heeft evenals de daarmee corresponderende Nederlandse bepaling art. 5:24 BW en het voorafgaand aan art. 5:24 BWSM geldende art. 5:24 (oud) BWNA ten doel te voorkomen dat onroerende zaken aan niemand in eigendom toebehoren. Voor het intreden van het rechtsgevolg dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.