Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/8.9:8.9 Nieuwe voortplantingstechnologie vereist een herdefiniëring van het juridisch ouderschap
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/8.9
8.9 Nieuwe voortplantingstechnologie vereist een herdefiniëring van het juridisch ouderschap
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS400338:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Saarloos stelt terecht dat met de nieuwe voortplantingstechnieken de keuze voor de geboortemoeder als juridische moeder van een kind niet langer meer vanzelfsprekend is.1 Daarbij beperkt hij zich tot de vrouw die een kind baart dat is ontstaan uit de eicel van de wensmoeder. Dit proefschrift gaat één stap verder: de wetgever moet niet alleen een keuze maken tussen de geboortemoeder en de genetische moeder als juridische moeder, maar moet bovendien accepteren dat de persoon die verantwoordelijk is voor het ontstaan van het kind, de juridische ouder wordt. Door de mogelijkheden van donatie van geslachtscellen aan personen van verschillend of gelijk geslacht (en bij alleenstaanden aan één persoon) kunnen deze personen een actie ondernemen die resulteert in het ontstaan van een kind. Deze personen zijn verantwoordelijk voor het ontstaan van dit kind en zijn dus de juridische ouders. Aanvankelijk deed zich het merkwaardige fenomeen voor dat dit uit de verantwoordelijkheid ontstaan juridisch vaderschap wel voor de man gold, maar niet voor de vrouw. De Wet lesbisch ouderschap heeft hierin enige verandering gebracht. Ook nu nog lijkt het juridisch moederschap van de vrouw op grond van de ‘mater semper certa est’-regel onaantastbaar. Dat deze duidelijke vorm van discriminatie niet alleen in Nederland geldt, toont Saarloos aan. In zijn dissertatie laat hij zien dat deze discrepantie in vrijwel dezelfde vorm ook in Engeland, Duitsland, Frankrijk en Zweden bestaat.2 Het niet willen accepteren dat de verantwoordelijke ‘wensmoeder’ de juridische moeder wordt, en het gegeven dat altijd de geboortemoeder – de term ‘draagmoeder’ is hier te beperkt – de juridische moeder wordt, worden zowel in Nederland als in Duitsland verklaard door de beslissing om het ontstaan van draagmoederschap zoveel mogelijk te ontmoedigen. Voor Frankrijk geldt dat het draagmoederschap niet bestaat. Dit is namelijk bij wet verboden. In Engeland is de geboortemoeder in principe de juridische moeder, maar via een ‘parental order’ kan de ‘wensmoeder’ het juridisch moederschap verwerven.