Een nieuwe visie op de afstamming
Einde inhoudsopgave
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/8.5:8.5 De draagmoederschapsovereenkomst vanuit een ander perspectief gezien
Een nieuwe visie op de afstamming (R&P nr. PFR5) 2014/8.5
8.5 De draagmoederschapsovereenkomst vanuit een ander perspectief gezien
Documentgegevens:
mr. P.A.W. Kuijper, datum 24-01-2014
- Datum
24-01-2014
- Auteur
mr. P.A.W. Kuijper
- JCDI
JCDI:ADS396813:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Van Beers 2009, p. 235.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Door acceptatie van de stelling dat het menselijk leven, gekoppeld aan bepaalde rechten en plichten, begint bij de conceptie en de aansluitende innidatie en dat deze conceptie een door mensen gewilde actie is, worden de hierboven beschreven problemen niet opgelost, maar voorkomen. Vanaf de conceptie en innidatie heeft dit zich ontwikkelende menselijk leven twee juridische ouders (door Van Beers ‘betrokkenen’ genoemd).1 De baarmoeder waarin deze vrucht zich ontwikkelt, verandert niets aan het oorspronkelijke, hier ook letterlijk bedoelde, ouderschap. Na gedane arbeid draagt de vrouw na de geboorte van het kind dit over aan de rechtmatige ouders. Niet het kind, maar het dragen van het kind is voorwerp van de overeenkomst. Het bestaande juridische ouderschap impliceert ook dat de wensouders het kind moeten accepteren. Voor iedereen, ook voor het kind, is er vanaf de geboorte de gewenste duidelijkheid en is er geen noodzaak voor een afstands- of adoptieprocedure.
De vraag die zich opdringt, is natuurlijk: ontstaat er geen wildgroei, als het allemaal zo eenvoudig gaat? Het antwoord is al eerder gegeven en luidt: neen.
In alle gevallen waarin twijfel kan ontstaan over het juridisch vader- of moederschap, wordt een administratieve handeling vereist: een notariële akte van donatie. Deze akten worden in een register bijgehouden. Uit dit register blijkt ook dat de acceptor de nieuwe juridische eigenaar van het hem ter beschikking gestelde erfelijk materiaal is. Later wordt iets over de aard van dit register gezegd. Indien gebruik wordt gemaakt van medische assistentie bij de voortplanting, zal het instituut slechts handelend optreden, indien afschriften uit het register aanwezig zijn. Na de geboorte kunnen de juridische ouders tegen de wanpresterende vrouw die de baby niet afstaat (in de zin van dit proefschrift: niet teruggeeft), in rechte optreden. Er zijn immers schriftelijke bewijzen van het juridisch ouderschap aanwezig. Bij twijfel kan in bepaalde gevallen van genetische verwantschap altijd nog om DNA-bewijs worden gevraagd. Ook dan kunnen de ‘juridische’ ouders een actie wegens wanprestatie beginnen.
Indien alle consequenties met de vrouwen die zich als draagmoeder beschikbaar willen stellen, en de wensouders worden doorgesproken en ook worden vastgelegd, kan dat voor de desbetreffenden leiden tot een meer weloverwogen beslissing.