Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/797 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie
Artikel 57 Omzetting
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2020
- Bronpublicatie:
25-05-2020, PbEU 2020, L 165 (uitgifte: 27-05-2020, regelingnummer: 2020/700)
- Inwerkingtreding
28-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-05-2020, PbEU 2020, L 165 (uitgifte: 27-05-2020, regelingnummer: 2020/700)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 16 juni 2019 te voldoen aan de artikelen 1 en 2, artikel 7, leden 1 tot en met 4 en lid 6, artikel 8, artikel 9, lid 1, artikel 10, lid 5, artikel 11, leden 1, 3 en 4, de artikelen 12, 13 en 14, artikel 15, leden 1 tot en met 8, artikel 16, artikel 18, artikel 19, lid 3, de artikelen 21 tot en met 39, artikel 40, lid 2, de artikelen 41, 42, 44, 45 en 46, artikel 47, leden 1, 3, 4 en 7, artikel 49, leden 1 tot en met 4, artikel 54 en de bijlagen I, II, III en IV. Zij delen de tekst van die maatregelen onverwijld mede aan de Commissie.
2.
De lidstaten mogen de in lid 1 bedoelde omzettingsperiode met één jaar verlengen. Te dien einde stellen lidstaten die de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen niet binnen de in lid 1 bedoelde omzettingsperiode in werking doen treden, het Bureau en de Commissie uiterlijk op 16 december 2018 daarvan in kennis, met opgave van de redenen voor deze overschrijding.
2 bis.
Lidstaten die de omzettingsperiode overeenkomstig lid 2 hebben verlengd, kunnen deze verder verlengen tot en met 31 oktober 2020. Hun omzettingsmaatregelen zijn van toepassing met ingang van die datum. Deze lidstaten stellen het Bureau en de Commissie daarvan uiterlijk 29 mei 2020 in kennis.
3.
Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. In de bepalingen wordt tevens vermeld dat verwijzingen in bestaande wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen naar de bij deze richtlijn ingetrokken richtlijnen gelden als verwijzingen naar deze richtlijn. De regels voor die verwijzing en de formulering van die vermelding worden vastgesteld door de lidstaten.
4.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
5.
De verplichting tot omzetting en uitvoering van artikel 13, artikel 14, leden 1 tot en met 8, lid 11 en lid 12, artikel 15, leden 1 tot en met 9, artikel 16, lid 1, de artikelen 19 tot en met 26, de artikelen 45, 46 en 47, artikel 49, leden 1 tot en met 4, en artikel 54 van deze richtlijn is niet van toepassing op de Republiek Cyprus en de Republiek Malta zolang deze landen niet beschikken over een spoorwegsysteem op hun grondgebied.
Zodra echter een openbare of particuliere entiteit een officiële aanvraag indient voor de aanleg van een spoorlijn met het oog op de exploitatie ervan door een of meer spoorwegondernemingen, stellen de betrokken lidstaten binnen twee jaar na ontvangst van de aanvraag maatregelen vast ter uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde artikelen.