Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2016/797 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie
Artikel 54 Overgangsregeling voor het gebruik van voertuigen
Geldend
Geldend vanaf 28-05-2020
- Bronpublicatie:
25-05-2020, PbEU 2020, L 165 (uitgifte: 27-05-2020, regelingnummer: 2020/700)
- Inwerkingtreding
28-05-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-05-2020, PbEU 2020, L 165 (uitgifte: 27-05-2020, regelingnummer: 2020/700)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
1.
Onverminderd lid 4 van dit artikel zijn de bepalingen van hoofdstuk V van Richtlijn 2008/57/EG van toepassing op voertuigen waarvoor tussen 15 juni 2016 en 16 juni 2019 een vergunning moet worden afgegeven.
2.
Vergunningen voor de indienststelling van voertuigen die op grond van lid 1 zijn afgegeven, en alle andere vergunningen die nog voor 15 juni 2016 zijn afgegeven, met inbegrip van vergunningen die in het kader van internationale overeenkomsten, met name het RIC (Regolamento Internazionale Carrozze) en het RIV (Regolamento Internazionale Veicoli), zijn verleend, blijven geldig overeenkomstig de voorwaarden waaronder de vergunningen zijn verleend.
3.
Voertuigen waarvoor overeenkomstig de leden 1 en 2 een vergunning voor indienststelling is afgegeven, ontvangen een nieuwe voertuigvergunning voor het in de handel brengen met het oog op de exploitatie op een of meer netwerken waarvoor hun vergunning nog niet geldt. Op het in de handel brengen op deze bijkomende netwerken is artikel 21 van toepassing.
4.
Uiterlijk met ingang van 16 juni 2019 voert het Bureau voert de vergunningstaken uit hoofde van de artikelen 21 en 24 en de in artikel 19 bedoelde taken uit wat betreft gebruiksgebieden in de lidstaten die het Bureau en de Commissie niet in kennis hebben gesteld overeenkomstig artikel 57, lid 2. In afwijking van de artikelen 21 en 24 kunnen nationale veiligheidsinstanties van de lidstaten die het Bureau en de Commissie op grond van artikel 57, lid 2, in kennis hebben gesteld, tot en met 16 juni 2020 vergunningen blijven afgeven overeenkomstig Richtlijn 2008/57/EG. In afwijking van de artikelen 21 en 24 kunnen nationale veiligheidsinstanties van de lidstaten die het Bureau en de Commissie op grond van artikel 57, lid 2 bis, in kennis hebben gesteld, tot en met 31 oktober 2020 vergunningen blijven afgeven overeenkomstig Richtlijn 2008/57/EG.