Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 326
HR, 11-03-2008, nr. 01709/07
HR 11-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC4460
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 maart 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, J. de Hullu
- Zaaknummer
01709/07
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
BC4460
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal publiekrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC4460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC4460, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑08‑2007
- Wetingang
Essentie
Ten onrechte is geen beslissing gegeven op het voorwaardelijk verzoek om een getuige te horen, terwijl de voorwaarde was vervuld. Toch geen cassatie wegens gebrek aan belang, nu dit verzoek op een eerdere zitting was afgewezen omdat niet concreet was aangegeven in welk opzicht de getuige zou kunnen verklaren over deze zaak, welke beslissing in cassatie niet wordt bestreden, en op de latere zitting zonder nadere onderbouwing is gepersisteerd bij het verzoek.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage van 31 mei 2006, nummer 22/000007-06, in de strafzaak tegen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.