Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 318
HR, 14-03-2008, nr. C06/264HR
HR 14-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC6641
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 maart 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, P.C. Kop, E.J. Numann, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
C06/264HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BC6641
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC6641, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC6641, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑03‑2008
Essentie
Ontslag op staande voet; ontslaggrond: ongeoorloofd werkverzuim? Schadeplichtigheid werknemer jegens werkgever o.g.v. art. 7:677 lid 3 BW?; opzet of grove schuld.
Het hof mocht ter motivering van zijn beslissing dat de werknemer o.g.v. art. 7:677 lid 1 BW jegens zijn werkgever schadeplichtig is, volstaan met zijn oordeel dat aan het ontslag op staande voet een dringende reden ten grondslag heeft gelegen nu de werknemer het oordeel van de kantonrechter dat hij jegens zijn werkgever schadeplichtig is, uitsluitend heeft bestreden op de grond dat hij ten onrechte op staande voet was ontslagen, en niet mede op de grond dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.