Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 312
HR, 14-03-2008, nr. C06/236HR
HR 14-03-2008, ECLI:NL:HR:2008:BC6692
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 maart 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/236HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BC6692
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BC6692, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑03‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BC6692, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑03‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
Cassatie: geen tussenkomst, wel voeging; vereiste voldoende belang; gebondenheid aan door cassatiemiddel bepaalde rechtsstrijd.
In cassatie is geen plaats voor een vordering tot tussenkomst. Een derde die daarbij belang heeft kan wel in cassatie vorderen zich te mogen voegen. Voor het aannemen van dat belang is voldoende dat een uitkomst van de procedure die ongunstig is voor de partij aan wier zijde de derde zich voegt, de rechtspositie van de derde nadelig kan beïnvloeden. De derde die zich heeft mogen voegen is gebonden aan de rechtsstrijd zoals die door de middelen is bepaald. Hoewel voor een cessionaris in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.