Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 563
Schouw natuurlijke holten van het onderlichaam valt niet onder lijfsvisitatie ex art. 17 Douanewet; bewijsuitsluiting.
HR 29-05-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AZ8795
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 2007
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
01567/06J
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AZ8795
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AZ8795, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AZ8795, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑07‑2006
- Wetingang
Sv art. 56 lid 2; Sv art. 359a lid 2; Douanewet art. 17
Essentie
Schouwing van de natuurlijke holten van het onderlichaam valt niet onder lijfsvisitatie als bedoeld in art. 17 Douanewet. 's Hofs oordeel dat de tijdens een 100% controle op Schiphol na een dergelijk onderzoek in de vagina van verdachte aangetroffen cocaïne van het bewijs moet worden uitgesloten omdat door de onrechtmatige bewijsgaring een belangrijk rechtsbeginsel in aanzienlijke mate is geschonden, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Voorgaande uitspraak
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 23 maart 2006, nummer 23/004819–05, in de strafzaak ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.