Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 565
Onmogelijkheid ongewenst vreemdeling om Nederland te verlaten leidt niet tot niet-ontvankelijkheid OM.
HR 29-05-2007, ECLI:NL:HR:2007:BA0865
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 mei 2007
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, W.A.M. van Schendel, J.W. Ilsink
- Zaaknummer
00699/06
- Conclusie
A-G Bleichrodt
- LJN
BA0865
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2007:BA0865, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2007
ECLI:NL:HR:2007:BA0865, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑05‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑06‑2006
- Wetingang
Essentie
Vervolg op Hof Amsterdam 6 oktober 2005, NJFS 2006, 18. Dat een ongewenst vreemdeling Nederland niet kan verlaten leidt niet tot niet-ontvankelijkheid van Openbaar Ministerie in de vervolging ter zake van art. 197 Sr.
Samenvatting
Dat een tot ongewenst vreemdeling verklaarde verdachte is aangehouden voor een ander strafbaar feit en zich daardoor heeft blootgesteld aan het risico van opsporing en vervolging ter zake van art. 197 Sr, kan niet redengevend zijn voor de verwerping van het beroep op niet-ontvankelijkheid van het OM in de vervolging ter zake van art. 197 Sr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.