Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1006
Klacht over wijze van dagvaarding/oproeping in cassatie tardief; rechtstreekse schade benadeelde partij.
HR 17-10-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW0066
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
00153/05
- Conclusie
A-G Knigge
- LJN
AW0066
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW0066, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑10‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW0066, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑10‑2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑04‑2005
- Wetingang
Sv art. 51a; Sv art. 361 lid 2; Sv art. 588
Essentie
1. In cassatie kan niet met vrucht worden geklaagd over de wijze van dagvaarding dan wel oproeping van de verdachte in eerste aanleg als de raadsman van de niet-verschenen verdachte de gelegenheid heeft gehad een zodanige klacht aan de feitenrechter voor te leggen.
2. Het oordeel dat de geleden schade rechtstreeks door de oplichting is toegebracht geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Samenvatting
2
Verdachte heeft met gebruikmaking van een valse naam en valse hoedanigheid, B in schijn een kredietovereenkomst doen sluiten met A BV met het oogmerk zelf de beschikking te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.