Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1014
HvJ EG, 07-09-2006, nr. C-108/05: Europolis
HvJ EG 07-09-2006, ECLI:EU:C:2006:530 (Europolis)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
7 september 2006
- Magistraten
P. Jann, K. Schiemann, N. Colneric, J.N. Cunha Rodrigues, E. Levits
- Zaaknummer
C-108/05
- Conclusie
A-G Sharpston
- LJN
AZ2150
- Roepnaam
Europolis
- Vakgebied(en)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2006:530, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 07‑09‑2006
- Wetingang
Richtlijn 89/104/EEG art. 3 lid 3
Essentie
Bovemij/Benelux-Merkenbureau
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het Gerechtshof te 's‑Gravenhage bij beslissing van 27 januari 2005.
Merken. Onderscheidend vermogen. Verkrijging door gebruik. Inaanmerkingneming van geheel of aanmerkelijk deel van Beneluxgebied. Inaanmerkingneming van taalgebieden van Benelux. Woordmerk EUROPOLIS.
1. Artikel 3, lid 3, van de Eerste richtlijn (…) betreffende de aanpassing van het merkenrecht der lidstaten, moet aldus worden uitgelegd dat de inschrijving van een merk enkel toelaatbaar is op grond van deze bepaling indien wordt aangetoond dat dit merk door het gebruik ervan onderscheidend vermogen heeft verkregen in het gehele grondgebied van een lidstaat of, in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.