Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 1000
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw (schulden niet te goeder trouw); maatstaf.
HR 27-10-2006, ECLI:NL:PHR:2006:AY7460
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 oktober 2006
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop, J.C. van Oven, F.B. Bakels
- Zaaknummer
R06/018HR
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
AY7460
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY7460, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27ā10ā2006
ECLI:NL:PHR:2006:AY7460, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27ā10ā2006
Beroepschrift, Hoge Raad, 15ā02ā2006
- Wetingang
Fw art. 288
Essentie
Verzoek toepassing schuldsaneringsregeling; facultatieve afwijzingsgrond van art. 288 lid 2 sub b Fw (schulden niet te goeder trouw); maatstaf.
Bij de toepassing van de in art. 288 lid 2 sub b Fw bedoelde facultatieve grond voor afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsanering (aannemelijk is dat de schuldenaar t.a.v. het ontstaan of onbetaald laten van schulden niet te goeder trouw is geweest) kan de rechter in een concreet geval met alle omstandigheden rekening houden. Daarbij spelen een rol de aard en de omvang van de schulden, het tijdstip waarop deze zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.