Einde inhoudsopgave
Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken
Artikel 3 Berekening van de niveaus van beheerste stoffen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens de wijziging van 15-10-2016, Trb. 2017, 96. Gecorrigeerd via een rectificatie (Trb. 2018, 84).
- Bronpublicatie:
15-10-2016, Trb. 2017, 96 (uitgifte: 28-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-10-2016, Trb. 2017, 96 (uitgifte: 28-06-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Voor de toepassing van de artikelen 2, 2A tot en met 2J, en 5, dient elke Partij voor elke in Bijlage A, Bijlage B, Bijlage C, Bijlage E of Bijlage F genoemde groep van stoffen haar berekende niveaus vast te stellen door:
- (a)
wat de produktie betreft,
- (i)
- (ii)
per groep de verkregen cijfers op te tellen;
- (b)
wat de invoer respectievelijk de uitvoer betreft, mutatis mutandis de onder (a) beschreven methode te volgen; en
- (c)
wat het gebruik betreft, haar berekende produktie en berekende invoer op te tellen en de berekende uitvoer daarvan af te trekken, na deze drie overeenkomstig letters (a) en (b) te hebben vastgesteld. Met ingang van 1 januari 1993 evenwel wordt de uitvoer van aan uitworpbeheersing onderworpen stoffen naar Staten die geen Partij zijn niet meer afgetrokken ter vaststelling van het berekende gebruik van de Partij die uitvoert; en
- (d)
wat de uitstoot betreft van de in groep II van Bijlage F genoemde stoffen die wordt gegenereerd in elke inrichting die de in groep I van Bijlage C of in Bijlage F genoemde stoffen genereert, onder andere de hoeveelheden op te nemen die worden uitgestoten door lekken in de apparatuur, procesontluchtingen en vernietigingsapparatuur, met uitzondering van de hoeveelheden die worden opgevangen voor gebruik, vernietiging of opslag.
2.
Bij de berekening van de niveaus voor de productie, het gebruik, de invoer, de uitvoer en de uitstoot van de in groep I van Bijlage C en in Bijlage F genoemde stoffen, uitgedrukt in CO2-equivalenten, voor de toepassing van artikel 2J, artikel 2, lid 5, en artikel 3, eerste lid, letter d, dient elke Partij het aardopwarmingsvermogen te gebruiken dat voor deze stoffen is vastgesteld in groep I van Bijlage A, Bijlage C en Bijlage F.