Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds
Artikel V Verrichtingen en transacties van het Fonds
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2011
- Bronpublicatie:
05-05-2008, Trb. 2009, 17 (uitgifte: 16-02-2009, regelingnummer: 63-3)
- Inwerkingtreding
18-02-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-08-2011, Trb. 2011, 141 (uitgifte: 18-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1. Instanties die met het Fonds in verbinding kunnen treden
Ieder lid treedt slechts in verbinding met het Fonds door middel van zijn Ministerie van Financiën, Centrale Bank, egalisatiefonds of andere soortgelijke met de schatkist in verband staande instantie, terwijl het Fonds slechts met of door middel van dezelfde instanties met de leden in verbinding treedt.
§ 2. Beperking van de verrichtingen en transacties van het Fonds
(a)
Tenzij in deze Overeenkomst anders is bepaald, blijven de transacties voor rekening van het Fonds beperkt tot transacties, die ten doel hebben aan een lid, op diens verlangen, bijzondere trekkingsrechten of de valuta's van andere leden uit de algemene middelen van het Fonds, geboekt op de Algemene Middelenrekening, te verstrekken, in ruil voor de valuta van het lid dat de aankoop wenst te doen.
(b)
Op verzoek kan het Fonds besluiten financiële en technische diensten te verlenen, waaronder begrepen de administratie van door leden bijgedragen middelen, die verenigbaar zijn met de doelstellingen van het Fonds. Verrichtingen die te maken hebben met de uitvoering van zodanige financiële diensten komen niet voor rekening van het Fonds. Diensten uit hoofde van deze alinea leggen geen enkele verplichting op aan een lid zonder diens toestemming.
§ 3. Voorwaarden, die het gebruik van de algemene middelen van het Fonds beheersen
(a)
Het Fonds stelt een beleid vast ten aanzien van het gebruik van zijn algemene middelen, waaronder begrepen een beleid inzake bijstandsarrangementen of soortgelijke arrangementen, en kan een speciaal beleid vaststellen voor bijzondere betalingsbalansvraagstukken, dat de leden helpt bij het oplossen van hun betalingsbalansvraagstukken, op een wijze die verenigbaar is met de bepalingen van deze Overeenkomst, en dat toereikende waarborgen biedt voor het tijdelijk gebruik van de algemene middelen van het Fonds.
(b)
Een lid heeft het recht onder de volgende voorwaarden de valuta's van andere leden te kopen van het Fonds in ruil voor een equivalent bedrag aan zijn eigen valuta:
- (i)
dat het gebruik van de algemene middelen van het Fonds door een lid in overeenstemming is met de bepalingen van deze Overeenkomst en het krachtens deze bepalingen vastgestelde beleid;
- (ii)
dat het lid verklaart dat hij de aankoop moet doen om wille van zijn betalingsbalans of zijn reservepositie dan wel ontwikkelingen in zijn reserves;
- (iii)
dat de voorgestelde aankoop een aankoop in de reservetranche is, of er niet toe zou leiden dat het bezit van het Fonds aan de valuta van het kopende lid meer zou gaan bedragen dan 200 procent van zijn quotum;
- (iv)
dat het Fonds niet krachtens sectie 5 van dit artikel, artikel VI, sectie 1, of artikel XXVI, sectie 2(a), op een eerder tijdstip heeft verklaard dat het lid dat de aankoop wenst te doen onbevoegd is tot het gebruik van de algemene middelen van het Fonds.
(c)
Het Fonds onderzoekt een verzoek tot aankoop om te bepalen of de voorgestelde aankoop verenigbaar is met de bepalingen van deze Overeenkomst en het krachtens deze bepalingen vastgestelde beleid, met dien verstande dat verzoeken om aankopen in de reservetranche niet op bezwaren zullen stuiten.
(d)
Het Fonds stelt een beleid en procedures vast ten aanzien van de keuze van de te verkopen valuta's, waarbij rekening wordt gehouden, in overleg met de leden, met de betalingsbalans- en de reservepositie van de leden en met ontwikkelingen op de valutamarkten, alsmede met de wenselijkheid van het bevorderen van, op langere termijn gezien, evenwichtige posities in het Fonds, met dien verstande dat, indien een lid verklaart dat het voorstelt de valuta van een ander lid te kopen omdat het kopende lid een equivalent bedrag in zijn eigen valuta wenst te verkrijgen, dat wordt aangeboden door het andere lid, dit eerste lid het recht zal hebben de valuta van het andere lid te kopen, tenzij het Fonds ingevolge artikel VII, sectie 3, kennisgeving heeft gedaan dat zijn bezit aan die valuta schaars is geworden.
(e)
- (i)
Ieder lid verzekert dat de saldi van zijn van het Fonds gekochte valuta saldi zijn van een vrij te gebruiken valuta of op het tijdstip van aankoop kunnen worden ingewisseld voor een vrij te gebruiken valuta van zijn keuze, zulks tegen een wisselkoers tussen de beide valuta's die gelijk is aan de onderlinge wisselkoers op basis van artikel XIX, sectie 7 (a).
- (ii)
Ieder lid welks valuta wordt gekocht van het Fonds of wordt verkregen in ruil voor van het Fonds gekochte valuta, werkt samen met het Fonds en andere leden om het mogelijk te maken dat zodanige saldi van zijn valuta op het tijdstip van aankoop worden ingewisseld tegen de vrij te gebruiken valuta's van andere leden.
- (iii)
Het inwisselen krachtens letter (e), (i) van deze sectie van een valuta die niet vrij te gebruiken is, dient te worden verricht door het lid welks valuta wordt gekocht, tenzij dat lid en het kopende lid een andere procedure overeenkomen.
- (iv)
Een lid dat van het Fonds de vrij te gebruiken valuta van een ander lid koopt en deze op het tijdstip van aankoop wenst in te wisselen voor een andere vrij te gebruiken valuta, dient zulks met het andere lid te doen op verzoek van dat lid. Dit inwisselen geschiedt voor een door het andere lid gekozen vrij te gebruiken valuta tegen de in (i) hierboven vermelde wisselkoers.
(f)
Ingevolge het beleid en de procedures zoals vastgesteld door het Fonds, kan het er mee instemmen aan een participant die een aankoop doet in overeenstemming met deze sectie, bijzondere trekkingsrechten te verschaffen in plaats van de valuta's van andere leden.
§ 4. Ontheffing van voorwaarden
Het Fonds kan naar goeddunken en op voorwaarden die zijn belangen waarborgen, van ieder der onder sectie 3 (b) (iii) en (iv) van dit artikel genoemde voorwaarden ontheffing verlenen, speciaal waar het leden geldt waarvan is gebleken dat zij een omvangrijk en geregeld gebruik van de algemene middelen van het Fonds vermijden. Bij het verlenen van ontheffing houdt het rekening met periodieke of bijzondere behoeften van het lid dat om ontheffing verzoekt. Het Fonds houdt ook rekening met de bereidwilligheid van een lid aanvaardbare activa, die naar de mening van het Fonds voldoende waarde bezitten om zijn belangen te beveiligen, in onderpand te geven. Het Fonds kan als voorwaarde voor ontheffing het stellen van dergelijke zakelijke onderpanden eisen.
§ 5. Onbevoegdheid tot gebruikmaking van de algemene middelen van het Fonds
Telkens wanneer het Fonds van mening is dat een lid de algemene middelen van het Fonds aanwendt op een wijze, die in strijd is met de doelstellingen van het Fonds, doet het het lid een rapport toekomen, waarin de inzichten van het Fonds en een gepaste tijd voor beantwoording worden vermeld. Na het indienen van een dergelijk rapport bij een lid, kan het Fonds het gebruik van zijn algemene middelen door dat lid beperken. Indien geen antwoord van het lid op het rapport wordt ontvangen binnen de voorgeschreven termijn, of het ontvangen antwoord onbevredigend is, kan het Fonds voortgaan met het beperken van het gebruik van zijn algemene middelen door het lid en kan het, na redelijke termijnstelling, het lid onbevoegd verklaren tot gebruikmaking van de algemene middelen van het Fonds.
§ 6. Andere aankopen en verkopen van bijzondere trekkingsrechten door het Fonds
(a)
Het Fonds kan door een deelnemer aangeboden bijzondere trekkingsrechten aanvaarden in ruil voor een equivalent bedrag aan de valuta's van andere leden.
(b)
Het Fonds kan aan een deelnemer, op diens verzoek, bijzondere trekkingsrechten verschaffen voor een equivalent bedrag aan de valuta's van andere leden. Het bezit van het Fonds aan de valuta van een lid mag niet als gevolg van deze transacties worden vermeerderd tot boven het niveau waarop ingevolge sectie 8 (b) (ii) van dit artikel over het bezit provisies zouden worden geheven.
(c)
De krachtens deze sectie door het Fonds verschafte of aanvaarde valuta's worden gekozen in overeenstemming met het beleid waarin rekening wordt gehouden met de beginselen vervat in sectie 3 (d) of 7 (i) van dit artikel. Het Fonds kan ingevolge deze sectie uitsluitend transacties aangaan, indien een lid welks valuta door het Fonds wordt verschaft of aanvaard, instemt met dat gebruik van zijn valuta.
§ 7. Wederinkoop door een lid van zijn valuta, door het Fonds gehouden
(a)
Een lid heeft het recht te allen tijde het bezit van het Fonds aan zijn valuta terug te kopen waarover ingevolge sectie 8 (b) van dit artikel provisies worden geheven.
(b)
Van een lid dat ingevolge sectie 3 van dit artikel een aankoop heeft gedaan, zal normaliter worden verwacht dat het, naarmate zijn betalingsbalans- en reservepositie verbetert, het bezit van het Fonds aan zijn valuta dat resulteert uit de aankoop en waarover ingevolge sectie 8 (b) van dit artikel provisies worden geheven, terugkoopt. Een lid koopt dit bezit terug indien, in overeenstemming met het wederinkoopbeleid dat het Fonds vaststelt en na overleg met het lid, het Fonds aan het lid mededeelt dat het dient terug te kopen wegens een verbetering in zijn betalingsbalans- en reservepositie.
(c)
Een lid dat een aankoop heeft gedaan krachtens sectie 3 van dit artikel, koopt uiterlijk vijf jaar na de datum waarop de aankoop werd gedaan, het bezit van het Fonds aan zijn valuta, dat resulteert uit de aankoop en waarover ingevolge sectie 8 (b) van dit artikel provisies worden geheven, terug. Het Fonds kan voorschrijven dat wederinkoop door een lid dient te worden gedaan in termijnen gedurende een tijdvak te beginnen drie jaar en eindigende vijf jaar na de datum van een aankoop. Het Fonds kan, met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal, de tijdvakken wijzigen voor wederinkoop ingevolge het bepaalde in deze letter en elk aldus vastgesteld tijdvak geldt voor alle leden.
(d)
Het Fonds kan, met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal, andere tijdvakken vaststellen dan die welke van toepassing zijn overeenkomstig het bepaalde in letter (c) van deze sectie, die dezelfde dienen te zijn voor alle leden, voor de wederinkoop van valutabezit dat door het Fonds is verkregen ingevolge een speciaal beleid ter zake van het gebruik van zijn algemene middelen.
(e)
Een lid dient, in overeenstemming met het beleid dat het Fonds vaststelt met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, het bezit van het Fonds aan zijn valuta terug te kopen, dat niet is verkregen als gevolg van aankopen en waarover ingevolge sectie 8 (b) (ii) van dit artikel provisies worden geheven.
(f)
Een besluit waarbij wordt voorgeschreven dat krachtens een beleid ter zake van het gebruik van de algemene middelen van het Fonds, het tijdvak voor wederinkoop krachtens het bepaalde in letter (c) of (d) van deze sectie korter is dan dat wat geldt krachtens het beleid, is uitsluitend van toepassing op bezit dat is verkregen door het Fonds na de datum waarop het besluit van kracht is geworden.
(g)
Het Fonds kan op verzoek van een lid de datum van nakoming van een verplichting tot wederinkoop uitstellen, maar niet langer dan het maximum tijdvak vermeld in letter (c) of (d) hierboven of zoals vastgesteld krachtens het door het Fonds ingevolge letter (e) hierboven vastgestelde beleid, tenzij het Fonds met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, bepaalt dat een langer tijdvak voor wederinkoop, dat verenigbaar is met het tijdelijke gebruik van de algemene middelen van het Fonds, is gerechtvaardigd, omdat nakoming van de verplichting op de gestelde datum zou resulteren in uitzonderlijke moeilijkheden voor het lid.
(h)
De beleidslijnen van het Fonds ingevolge sectie 3 (d) van dit artikel kunnen worden aangevuld met beleidslijnen krachtens welke het Fonds, na overleg met een lid, kan besluiten zijn bezit aan de valuta van het lid dat niet is teruggekocht in overeenstemming met deze sectie 7, ingevolge sectie 3 (b) van dit artikel te verkopen, onverminderd enigerlei maatregel die het Fonds zou zijn gemachtigd te nemen krachtens enige andere bepaling van deze Overeenkomst.
(i)
Elke wederinkoop ingevolge deze sectie dient te worden verricht met bijzondere trekkingsrechten of met de door het Fonds gespecificeerde valuta's van andere leden. Het Fonds stelt beleidslijnen en procedures vast ter zake van de door leden bij wederinkoop te gebruiken valuta's, waarbij rekening wordt gehouden met de in sectie 3 (d) van dit artikel vervatte beginselen. Het bezit van het Fonds aan de valuta van een lid dat wordt gebruikt bij wederinkoop, mag door de wederinkoop niet hoger worden dan het niveau waarboven ingevolge sectie (8 (b) (ii) van dit artikel provisies zouden worden geheven.
(j)
- (i)
Indien de door het Fonds in letter (i) hierboven gespecificeerde valuta van een lid geen vrij te gebruiken valuta is, dient het lid te waarborgen dat het terugkopende lid deze op het tijdstip van de wederinkoop kan verkrijgen in ruil voor een vrij te gebruiken valuta, naar keuze van het lid welks valuta is gespecificeerd. Een valutaruil ingevolge deze bepaling dient plaats te vinden tegen een wisselkoers tussen de beide valuta's die gelijk is aan de wisselkoers tussen deze beide op basis van artikel XIX, sectie 7 (a).
- (ii)
Ieder lid welks valuta door het Fonds wordt gespecificeerd voor wederinkoop, dient met het Fonds en andere leden samen te werken om de terugkopende leden, op het tijdstip van de wederinkoop, in staat te stellen de gespecificeerde valuta te verkrijgen in ruil voor de vrij te gebruiken valuta's van andere leden.
- (iii)
Een ruil ingevolge letter (j) (i) hierboven vindt plaats met het lid welks valuta wordt gespecificeerd, tenzij dat lid en het terugkopende lid een andere procedure overeenkomen.
- (iv)
Indien een terugkopend lid, op het tijdstip van de wederinkoop, de vrij te gebruiken valuta van een ander lid, zoals gespecificeerd door het Fonds onder (i) hierboven, wenst te verkrijgen, verkrijgt het, op verzoek van het andere lid, diens valuta in ruil voor een vrij te gebruiken valuta, tegen de in letter (j) (i) hierboven bedoelde wisselkoers. Het Fonds kan regelingen vaststellen ter zake van de vrij te gebruiken valuta die dient te worden verschaft bij een ruiling.
§ 8. Provisies
(a)
- (i)
Het Fonds berekent een administratieprovisie over de aankoop door een lid van bijzondere trekkingsrechten of van de valuta van een ander lid in de Algemene Middelenrekening in ruil voor zijn eigen valuta, met dien verstande dat het Fonds een lagere administratieprovisie kan berekenen over aankopen in de reservetranche dan over andere aankopen. De administratieprovisie over aankopen in de reservetranche mag niet meer bedragen dan een half procent.
- (ii)
Het Fonds kan een provisie berekenen voor bijstandsarrangementen of soortgelijke arrangementen. Het Fonds kan besluiten dat de provisie voor een regeling wegvalt tegen de krachtens (i) hierboven over aankopen ingevolge dit arrangement berekende administratieprovisie.
(b)
Het Fonds berekent provisie over zijn gemiddelde dagelijkse saldo aan de valuta van een lid in de Algemene Middelenrekening, voor zover dit
- (i)
is verkregen ingevolge een beleid waarvoor krachtens artikel XXX (c) een uitsluiting geldt,
- (ii)
meer beloopt dan het bedrag van het quotum van het lid na uitsluiting van een eventueel saldo zoals bedoeld in (i) hierboven.
De hoogte van de provisie stijgt normaliter met tussenpozen gedurende het tijdvak waarin het saldo wordt gehouden.
(c)
Indien een lid nalaat een krachtens sectie 7 van dit artikel vereiste wederinkoop te doen, kan het Fonds, na overleg met het lid over de vermindering van het bezit van het Fonds aan diens valuta, die provisies opleggen die het Fonds passend acht over zijn bezit aan de valuta van het lid die had moeten worden wederingekocht.
(d)
Voor het bepalen van de hoogte van een provisie ingevolge letters (a) en (b) hierboven, die gelijk is voor alle leden, en ingevolge letter (c) hierboven, is een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal vereist.
(e)
Een lid betaalt alle provisies in bijzondere trekkingsrechten, met dien verstande dat in uitzonderlijke omstandigheden het Fonds een lid kan toestaan provisies te betalen in de door het Fonds gespecificeerde valuta's van andere leden, na overleg met deze leden of in zijn eigen valuta. Het bezit van het Fonds aan de valuta van een lid dient niet te worden vermeerderd als gevolg van betalingen door andere leden krachtens deze bepaling tot boven het niveau waarboven ingevolge letter (b) (ii) van deze sectie provisies zouden worden geheven.
§ 9. Remuneratie
(a)
Het Fonds betaalt remuneratie over het bedrag waarmede het percentage van het quotum voorgeschreven onder letter (b) of (c) hieronder, het gemiddelde dagelijkse saldo van het Fonds aan de valuta van een lid in de Algemene Middelenrekening overschrijdt, anders dan het saldo dat is verkregen krachtens een beleid waarvoor krachtens artikel XXX letter (c) een uitsluiting geldt. De hoogte van de remuneratie, die wordt bepaald door het Fonds met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, is hetzelfde voor alle leden en bedraagt niet meer of minder dan vier vijfde van de rentevoet genoemd in artikel XX, sectie 3. Bij het vaststellen van het remuneratietarief houdt het Fonds rekening met de hoogte van de provisies ingevolge artikel V, sectie 8 (b).
(b)
Het quotumpercentage dat van toepassing is ten behoeve van letter (a) hierboven is:
- (i)
voor ieder lid dat lid is geworden vóór de tweede wijziging van deze Overeenkomst, een quotumpercentage dat overeenkomt met vijfenzeventig procent van zijn quotum op de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst, en voor ieder lid dat lid is geworden na de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst, een quotumpercentage dat is berekend door het totaal van de bedragen die overeenkomen met de quotumpercentages die op de datum waarop het lid lid is geworden, gelden voor de andere leden, te delen door het totaal van de quota van de andere leden op dezelfde datum; plus
- (ii)
de bedragen die het heeft betaald aan het Fonds in valuta of in bijzondere trekkingsrechten ingevolge artikel III, sectie 3 (a), sedert de datum die geldt ingevolge letter (b) (i) hierboven; en minus
- (iii)
de bedragen die het heeft ontvangen uit het Fonds in valuta of in bijzondere trekkingsrechten ingevolge artikel III, sectie 3 (c) sedert de datum die geldt ingevolge letter (b) (i) hierboven.
(c)
Het Fonds kan met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal het laatste quotumpercentage dat ten behoeve van letter (a) hierboven voor ieder lid geldt, verhogen tot:
- (i)
een percentage dat niet meer beloopt dan honderd procent en dat wordt vastgesteld voor ieder lid op basis van dezelfde criteria voor alle leden, of
- (ii)
honderd procent voor alle leden.
(d)
De remuneratie wordt betaald in bijzondere trekkingsrechten, met dien verstande dat hetzij het Fonds, hetzij het lid kan besluiten dat de betaling aan het lid dient te worden verricht in zijn eigen valuta.
§ 10. Berekeningen
(a)
De waarde van de activa en passiva van het Fonds in de rekeningen van de Algemene Afdeling worden uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten.
(b)
Alle berekeningen verband houdende met valuta's van leden ten behoeve van de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst, met uitzondering van artikel IV en schema C, worden gemaakt tegen de koersen die het Fonds voor deze valuta's berekent, in overeenstemming met sectie 11 van dit artikel.
(c)
Bij de berekeningen voor het vaststellen van de valutabedragen in relatie tot het quotum ten behoeve van de toepassing van de bepalingen van deze Overeenkomst, wordt de valuta in de Bijzondere Aanwendingsrekening of in de Investeringsrekening buiten beschouwing gelaten.
§ 11. Handhaving van de waarde
(a)
De waarde van de valuta's van leden in de Algemene Middelenrekening dient te worden gehandhaafd in bijzondere trekkingsrechten, overeenkomstig de wisselkoersen bedoeld in artikel XIX, sectie 7(a).
(b)
Een aanpassing in het bezit van het Fonds aan de valuta van het lid ingevolge deze sectie dient plaats te vinden bij gebruik van die valuta in een verrichting of transactie tussen het Fonds en een ander lid en op de andere tijdstippen waartoe het Fonds eventueel beslist of waarom het lid verzoekt. Betalingen aan of door het Fonds in verband met een aanpassing dienen te worden verricht binnen een redelijke termijn, zoals bepaald door het Fonds, na de datum van aanpassing en op elk eventueel ander tijdstip waarop zulks wordt verzocht door het lid.
§ 12. Andere verrichtingen en transacties
(a)
Het Fonds wordt bij zijn gehele beleid en bij al zijn beslissingen ingevolge deze sectie geleid door de doelstellingen vervat in artikel VIII, sectie 7 en door het streven te vermijden dat op de goudmarkt de prijs wordt gereguleerd, of een vaste prijs tot stand wordt gebracht.
(b)
Besluiten van het Fonds om over te gaan tot verrichtingen of transacties ingevolge letters (c), (d), en (e) hieronder, worden genomen met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal.
(c)
Het Fonds kan goud verkopen voor de valuta van ongeacht welk lid, na overleg met het lid voor welks valuta het goud wordt verkocht, met dien verstande dat het bezit van het Fonds aan de valuta van een lid in de Algemene Middelenrekening, door de verkoop niet, zonder de instemming van het lid, mag worden vermeerderd tot boven het niveau waarboven ingevolge sectie 8 (b) (ii) van dit artikel provisies zouden worden geheven, en met dien verstande ook dat, op verzoek van het lid, het Fonds op het tijdstip van de verkoop dat deel van de ontvangen valuta dat tot een zodanige vermeerdering zou leiden, dient in te wisselen voor de valuta van een ander lid. Het inwisselen van een valuta voor de valuta van een ander lid vindt plaats na overleg met dat lid, en hierdoor mag het bezit van het Fonds aan de valuta van dat lid niet worden vermeerderd tot boven het niveau waarboven ingevolge sectie 8 (b) (ii) van dit artikel provisies zouden worden geheven. Het Fonds stelt beleidslijnen en procedures vast ter zake van het inwisselen, waarbij rekening wordt gehouden met de ingevolge sectie 7 (i) van dit artikel toegepaste beginselen. Verkopen aan een lid ingevolge deze bepaling dienen plaats te vinden tegen een voor iedere transactie op basis van de marktprijzen overeengekomen prijs.
(d)
Het Fonds kan van een lid betalingen in goud aanvaarden in plaats van in bijzondere trekkingsrechten of valuta ten behoeve van enigerlei verrichtingen of transacties ingevolge deze Overeenkomst. Betalingen aan het Fonds ingevolge deze bepalingen dienen plaats te vinden tegen een voor iedere verrichting of transactie op basis van de marktprijzen overeengekomen prijs.
(e)
Het Fonds kan goud verkopen dat het in bezit heeft op de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst, aan die leden die lid waren op 31 augustus 1975 en die ermee instemmen dit te kopen, naar rato van hun quota op die datum. Indien het Fonds voornemens is goud te verkopen ingevolge letter (c) hierboven ten behoeve van letter (f) (ii) hieronder, kan het aan ieder ontwikkelingsland dat lid is en dat ermee instemt dit te kopen, dat deel van het goud verkopen dat, indien het werd verkocht ingevolge letter (c) hierboven, het overschot teweeg zou hebben gebracht dat ingevolge letter (f) (iii) hieronder aan hem had kunnen worden gedistribueerd. Het goud dat ingevolge deze bepaling zou worden verkocht aan een lid ten aanzien waarvan is verklaard dat het ingevolge sectie 5 van dit artikel onbevoegd is tot het gebruik van de algemene middelen van het Fonds, wordt aan dit lid verkocht wanneer de onbevoegdheid is opgeheven, tenzij het Fonds besluit eerder tot de verkoop over te gaan. De verkoop van goud aan een lid ingevolge het bepaalde in deze letter (e) vindt plaats in ruil voor zijn valuta en tegen een prijs die op het tijdstip van de verkoop gelijk is aan een bijzonder trekkingsrecht per 0,888.671 gram fijn goud.
(f)
Wanneer het Fonds ingevolge letter (c) hierboven goud verkoopt dat het in bezit heeft op de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst, wordt een bedrag van de opbrengst, dat op het tijdstip van de verkoop gelijk is aan een bijzonder trekkingsrecht per 0,888.671 gram fijn goud, geboekt op de Algemene Middelenrekening en, tenzij het Fonds anders mocht beslissen ingevolge letter (g) hieronder, wordt elk overschot geboekt op de Bijzondere Aanwendingsrekening. De activa in de Bijzondere Aanwendingsrekening dienen gescheiden te worden gehouden van de andere rekeningen van de Algemene Afdeling en kunnen te allen tijde worden gebruikt:
- (i)
om overmakingen te verrichten op de Algemene Middelenrekening voor onmiddellijk gebruik bij verrichtingen en transacties die zijn toegestaan door de bepalingen van deze Overeenkomst anders dan deze sectie;
- (ii)
voor verrichtingen en transacties die niet worden toegestaan door andere bepalingen van deze Overeenkomst, maar die verenigbaar zijn met de doelstellingen van het Fonds. Krachtens het bepaalde in deze letter (f) (ii) kan op bijzondere voorwaarden betalingsbalanshulp beschikbaar worden gesteld aan ontwikkelingslanden in moeilijke omstandigheden die lid zijn, en tot dit doel houdt het Fonds rekening met het niveau van het inkomen per hoofd van de bevolking;
- (iii)
voor de distributie aan die ontwikkelingslanden die op 31 augustus 1975 lid waren, naar rato van hun quota op die datum, van het deel van de activa die het Fonds besluit te gebruiken ten behoeve van (ii) hierboven dat overeenkomt met het aandeel van de quota van deze leden op de datum van distributie in het totaal van de quota van alle leden op dezelfde datum, met dien verstande dat de distributie ingevolge deze bepaling aan een lid ten aanzien waarvan is verklaard dat het ingevolge sectie 5 van dit artikel onbevoegd is tot het gebruik van de algemene middelen van het Fonds, plaats vindt wanneer het wel bevoegd is, tenzij het Fonds besluit de distributie eerder te verrichten.
Besluiten om activa te gebruiken ingevolge (i) hierboven, worden genomen met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal en besluiten ingevolge (ii) en (iii) hierboven worden genomen met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal.
(g)
Het Fonds kan met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal besluiten een gedeelte van het in letter (f) hierboven bedoelde overschot over te maken op de Investeringsrekening voor gebruik ingevolge het bepaalde in artikel XII, sectie 6 (f).
(h)
In afwachting van gebruik zoals aangegeven in letter (f) hierboven, kan het Fonds de valuta van een lid in de Bijzondere Aanwendingsrekening naar eigen inzicht gebruiken voor beleggingen, in overeenstemming met de door het Fonds, met een meerderheid van zeventig procent van het totale aantal stemmen, aangenomen voorschriften en regelingen. Het inkomen uit belegging en rente dat wordt ontvangen ingevolge letter (f) (ii) hierboven wordt geboekt op de Bijzondere Aanwendingsrekening.
(i)
De Algemene Middelenrekening wordt van tijd tot tijd aangezuiverd ten behoeve van de administratiekosten van de Bijzondere Aanwendingsrekening, die worden betaald uit de Algemene Middelenrekening, en wel door overmakingen uit de Bijzondere Aanwendingsrekening op basis van een redelijke raming van zodanige kosten.
(j)
De Bijzondere Aanwendingsrekening wordt afgesloten in geval van liquidatie van het Fonds en kan vóór de liquidatie van het Fonds worden afgesloten bij besluit met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal. Na afsluiting van de rekening wegens liquidatie van het Fonds, worden alle eventuele activa op deze rekening uitgekeerd in overeenstemming met het bepaalde in schema K. Na afsluiting vóór de liquidatie van het Fonds, dienen alle eventuele activa op deze rekening te worden overgemaakt naar de Algemene Middelenrekening voor onmiddellijk gebruik bij verrichtingen en transacties. Het Fonds stelt met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal regels en voorschriften vast voor het beheer van de Bijzondere Aanwendingsrekening.
k)
Indien het Fonds uit hoofde van letter (c) hierboven goud verkoopt dat het heeft verworven na de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst, wordt een bedrag van de opbrengst ter hoogte van de aankoopprijs van het goud overgemaakt op de Algemene Middelenrekening en wordt het eventuele restant overgemaakt op de Investeringsrekening, voor aanwending overeenkomstig de bepalingen van artikel XII, sectie 6, (f). Indien goud dat het Fonds na de datum van de tweede wijziging van deze Overeenkomst heeft verworven wordt verkocht na 7 april 2008 maar vóór de datum van inwerkingtreding van deze bepaling maakt het Fonds bij de inwerkingtreding van deze bepaling en onverminderd de limiet vermeld in artikel XII, sectie 6, (f) (ii) een bedrag van de Algemene Middelenrekening over op de Investeringsrekening ter hoogte van de opbrengst van deze verkoop, na aftrek van (i) de aankoopprijs van het verkochte goud, en (ii) het bedrag boven de aankoopprijs die eventueel vóór de datum van inwerkingtreding van deze bepaling kan zijn overgemaakt op de Investeringsrekening