Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds
Artikel XXVI Opzegging van het lidmaatschap
Geldend
Geldend vanaf 11-11-1992
- Bronpublicatie:
28-06-1990, Trb. 1991, 70 (uitgifte: 01-05-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-11-1992
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-1998, Trb. 1998, 72 (uitgifte: 25-03-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1. Opzeggingsrecht van de leden
Ieder lid kan te allen tijde uit het Fonds treden door een schriftelijke kennisgeving aan het hoofdkantoor van het Fonds te doen toekomen. De opzegging gaat in op de dag van ontvangst van een zodanige mededeling.
§ 2. Gedwongen uittreding
a.
Indien een lid nalaat een van zijn verplichtingen voortvloeiend uit deze Overeenkomst na te komen, kan het Fonds het lid het recht ontzeggen gebruik te maken van de algemene middelen van het Fonds. Niets in dit artikel wordt geacht het bepaalde in artikel V, sectie 5, of artikel VI, sectie 1, te beperken.
b.
Indien het lid na verloop van een redelijke termijn na een ontzegging krachtens letter a hierboven nog steeds nalaat een van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de Overeenkomst na te komen, kan het Fonds, met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, het stemrecht van het lid opschorten. Gedurende het tijdvak van opschorting zijn de bepalingen van Schema L van toepassing. Het Fonds kan, met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, de opschorting te allen tijde beëindigen.
c.
Indien het lid na verloop van een redelijke termijn na een besluit tot opschorting krachtens letter b hierboven nog steeds nalaat een van zijn verplichtingen voortvloeiend uit deze Overeenkomst na te komen, kan dat lid, bij besluit van de Raad van Bestuur — genomen door een meerderheid van de Bestuurders die gezamenlijk vijfentachtig procent van het stemmenaantal bezitten — worden verzocht het lidmaatschap van het Fonds op te zeggen.
d.
Er worden regelingen vastgesteld om te verzekeren dat, alvorens tegen enig lid maatregelen worden genomen ingevolge letter a, b of c hierboven, het lid binnen een redelijke termijn van het tegen hem ingebrachte bezwaar in kennis wordt gesteld en behoorlijk gelegenheid krijgt zijn standpunt, zowel mondeling als schriftelijk, uiteen te zetten.
§ 3. Vereffening der rekeningen met uitgetreden leden
Wanneer een lid zich uit het Fonds terugtrekt, houden de normale verrichtingen en transacties van het Fonds in zijn valuta op en vindt vereffening plaats van alle rekeningen die tussen het lid en het Fonds bestaan, zulks met redelijke spoed en bij overeenkomst tussen het lid en het Fonds. Indien niet terstond overeenstemming wordt bereikt, is het bepaalde in schema J van toepassing op de vereffening der rekeningen.