Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds
Artikel XXVII Noodmaatregelen
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1978
- Bronpublicatie:
03-05-1976, Trb. 1977, 40 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1978
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-06-1978, Trb. 1978, 80 (uitgifte: 01-01-1978, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1. Tijdelijke opschorting
(a)
Ingeval een noodtoestand of de ontwikkeling van onvoorziene omstandigheden de werkzaamheden van het Fonds bedreigen, kan het College van Bewindvoerders met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal voor een tijdvak van ten hoogste één jaar de werking van enigerlei van de navolgende bepalingen opschorten:
- (i)
artikel V, secties 2, 3, 7, 8(a) (i) en (e);
- (ii)
- (iii)
- (iv)
(b)
Een opschorting van de werking van een bepaling ingevolge letter (a) hierboven kan niet worden verlengd tot meer dan een jaar, behalve door de Raad van Bestuur die met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal een opschorting kan verlengen voor een verdere periode van ten hoogste twee jaar, indien hij constateert dat de in letter (a) hierboven bedoelde noodtoestand of onvoorziene omstandigheden voortduren.
(c)
Het College van Bewindvoerders mag met een meerderheid van het totale stemmenaantal te allen tijde een zodanige opschorting beëindigen.
(d)
Het Fonds kan voorschriften vaststellen met betrekking tot het voorwerp van een bepaling gedurende het tijdvak waarin de werking hiervan is opgeschort.
§ 2. Liquidatie van het Fonds
(a)
Het Fonds mag slechts bij besluit van de Raad van Bestuur worden geliquideerd. In een noodtoestand kan het College van Bewindvoerders, indien dit tot het inzicht komt dat liquidatie van het Fonds nodig kan zijn, alle verrichtingen en transacties tijdelijk opschorten, hangende een besluit van de Raad van Bestuur.
(b)
Indien de Raad van Bestuur besluit het Fonds te liquideren, houdt het Fonds onverwijld op met het deelnemen aan werkzaamheden, behalve die welke nodig zijn voor het ordelijk incasseren en liquideren van zijn activa en voor het vereffenen van zijn schulden. Alle verplichtingen van de leden krachtens deze Overeenkomst komen te vervallen, behalve die welke zijn vervat in dit artikel, in artikel XXIX(c), in schema J, paragraaf 7 en in schema K.
(c)
De liquidatie vindt plaats in overeenstemming met het bepaalde in schema K.