Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
3.1 Algemeen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Deze paragraaf bevat de beleidsregels omtrent de toepassing van artikel 62, tweede lid, Vw.
De IND, de ambtenaar belast met de grensbewaking en AVIM onthouden of verkorten een vertrektermijn aan de hand van de in artikel 62, tweede lid, onder a, b en c, Vw opgenomen gronden, tenzij er redenen zijn om conform paragraaf A3/3.5 of A3/3.7 Vc desondanks een (volledige) vertrektermijn te gunnen.
In de volgende paragrafen zijn beleidsregels opgenomen ter invulling van deze gronden om de vertrektermijn te verkorten of onthouden:
- ā¢
Artikel 62, tweede lid, onder a, Vw (risico op onttrekken toezicht): paragraaf A3/3.2 Vc;
- ā¢
Artikel 62, tweede lid, onder b, Vw (kennelijk ongegrondheid): paragraaf A3/3.3 Vc;
- ā¢
Artikel 62, tweede lid, onder c, Vw (gevaar openbare orde, openbare veiligheid of nationale veiligheid): paragraaf A3/3.4 Vc.
In paragraaf A3/3.5 Vc zijn beleidsregels opgenomen over de toepassing van de gronden uit artikel 62, tweede lid onder a en b, Vw bij een eerste aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd.
In paragraaf A3/3.6 Vc zijn beleidsregels opgenomen omtrent de proportionaliteit van het onthouden van een vertrektermijn.
In paragraaf A3/3.7 Vc zijn beleidsregels opgenomen omtrent de verlenging van de vertrektermijn.