Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
9 Verhaal van kosten van uitzetting
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Inwerkingtreding
01-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, Stcrt. 2012, 26099 (uitgifte: 24-12-2012, regelingnummer: WBV2012/25)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De Staat of andere openbare lichamen die kosten maken bij een uitzetting en deze kosten ten laste brengen van de vreemdeling, moeten, als de vreemdeling zelf niet in staat is de kosten te voldoen, zo veel mogelijk gebruik maken van tenminste Ć©Ć©n van de volgende mogelijkheden:
- ā¢
een ticket;
- ā¢
een garantiesom;
- ā¢
een waarborgsom dat is gedeponeerd;
- ā¢
een garantverklaring die is afgegeven.
Het ticket, de garantiesom of de waarborgsom wordt aangewend voor de betaling van de kosten van het vertrek. Een garantsteller mag door de Staat of een ander openbaar lichaam worden aangesproken om aan zijn verplichtingen te voldoen.
Als de Staat of andere openbare lichamen kosten van de uitzetting wil verhalen moet aan alle volgende voorwaarden zijn voldaan:
- ā¢
de vreemdeling moet een verklaring ondertekenen waaruit blijkt dat de vreemdeling geen bezwaar heeft tegen invordering van de noodzakelijke kosten van uitzetting;
- ā¢
als de vreemdeling bezwaar heeft tegen het invorderen van de kosten van de uitzetting mag de Staat of andere openbare lichamen de verhaalsbevoegdheid juridisch afdwingen door middel van een civiele procedure. De Staat of andere openbare lichamen moeten voor het volgen van een civiele procedure contact opnemen met de IND;
- ā¢
het verhalen van kosten bij vreemdelingen op wie het beleid ten aanzien van slachtoffers van mensenhandel van toepassing is, moet in overleg met de IND gebeuren.
De Staat of andere openbare lichamen moeten van het geld dat ontvangen is voor de kosten van de uitzetting schriftelijke opgave doen aan de IND.