Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (A)
3.3 Kennelijk ongegrondheid
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2020
- Bronpublicatie:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Inwerkingtreding
01-07-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-06-2020, Stcrt. 2020, 33493 (uitgifte: 24-06-2020, regelingnummer: WBV 2020/13)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
De IND verstaat onder kennelijk ongegrond als bedoeld in artikel 62, tweede lid, onder b, Vw de situatie waarin de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgewezen op grond van artikel 30b Vw.
De IND onthoudt een vertrektermijn wegens de kennelijke ongegrondheid bij (eerste) aanvragen asiel voor bepaalde tijd die zijn afgewezen:
- ā¢
op de gronden a t/m f van artikel 30b Vw, voor zover het geen alleenstaande minderjarige vreemdeling betreft;
- ā¢
op de j-grond van artikel 30b Vw;
- ā¢
op Ć©Ć©n van de andere gronden van artikel 30b Vw, indien zich Ć©Ć©n van de in paragraaf A3/3.5 Vc opgenomen situaties voordoet.
Bij het onthouden van een vertrektermijn op deze grond kan worden verwezen naar de motivering uit het besluit waarin de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd kennelijk ongegrond is verklaard.