Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 489
HR, 25-04-2008, nr. 08/00202HR
HR 25-04-2008, ECLI:NL:HR:2008:BD0457
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 april 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, A. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
08/00202HR
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
BD0457
- Vakgebied(en)
Staatsrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2008:BD0457, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑04‑2008
ECLI:NL:HR:2008:BD0457, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑04‑2008
Essentie
Beklag ex art. 13a Sv. bij Hoge Raad over niet-vervolging ambtsmisdrijven als bedoeld in art. 76 RO jo. art. 44 Sr. Kennelijke niet-ontvankelijkheid.
Weliswaar betreft het beklag ex art. 13a Sv strafbare feiten waarvan de Hoge Raad in eerste aanleg kennis neemt, namelijk ambtsmisdrijven als bedoeld in art. 76 RO jo. art. 44 Sr, maar de opdracht tot vervolging terzake van zodanige ambtsmisdrijven kan uitsluitend worden gegeven bij Koninklijk Besluit of bij een besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Het beklag is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk.
Partij(en)
1. De vereniging met volledige rechtsbevoegdheid De Nieuwe Toekomst Partij, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.