Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 174
HR, 01-02-2008, nr. R06/116HR
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB9781
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, O. de Savornin Lohman, P.C. Kop, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
R06/116HR
- Conclusie
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
BB9781
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Gemeenschap
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB9781, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB9781, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
Finaal verrekenbeding inhoudende verrekening op basis pseudo-gemeenschap m.u.v. aanbrengsten; art. 1:141 lid 3 BW niet van toepassing; art. 1:95 lid 2 (reprise) en art. 1:96 lid 2 BW (récompense).
Onjuist is het uitgangspunt dat de verkoopopbrengst van een door een der echtgenoten ten huwelijk aangebracht woonhuis vermoed wordt te zijn verkregen uit of door belegging van overgespaarde inkomsten. Dit geldt ook wanneer zij die woning vanaf de aankoop daarvan tezamen hebben bewoond en zij de op die woning betrekking hebbende hypothecaire lasten hebben betaald van een gemeenschappelijke rekening. Bij een finaal verrekenbeding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.