Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 182
HR, 01-02-2008, nr. C06/233HR: Amicitia
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BB8098 (Amicitia)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, E.J. Numann, A.H. Hammerstein, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/233HR
- Conclusie
A-G Huydecoper
- LJN
BB8098
- Roepnaam
Amicitia
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Huurrecht / Verplichtingen huurder en verhuurder
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BB8098, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BB8098, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑08‑2006
- Wetingang
Essentie
Huur bedrijfsruimte. Gebrek in zin van art. 7:204 lid 2 BW.
Van een ‘aan de huurder toe te rekenen omstandigheid’ in de zin van het tweede lid van art. 7:204 BW is onder meer ook dan sprake indien het gaat om een omstandigheid die ingevolge art. 6:75 BW krachtens in het verkeer geldende opvattingen voor rekening van de huurder komt. Het hof heeft terecht geoordeeld dat de in teleurstellende bezoekersaantallen tot uiting komende nadelen die verbonden blijken te zijn aan de opzet en ligging van een (nieuw) winkelcentrum naar verkeersopvattingen in beginsel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.