Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 199
HR, 29-01-2008, nr. 03221/06
HR 29-01-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC2338
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 januari 2008
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
03221/06
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BC2338
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC2338, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑01‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC2338, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑01‑2008
Essentie
Schriftuur houdt geen middelen van cassatie in. Beroep niet ontvankelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 1 juni 2006, nummer 23/006276-05, in de strafzaak tegen: [Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986, ten tijde van de betekening van de aanzegging zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande.
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. P. Jeeninga, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.