Einde inhoudsopgave
RvdW 2008, 186
HR, 01-02-2008, nr. C06/132HR
HR 01-02-2008, ECLI:NL:PHR:2008:BC1871
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
1 februari 2008
- Magistraten
Mrs. P.C. Kop, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C06/132HR
- LJN
BC1871
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2008:BC1871, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑02‑2008
ECLI:NL:PHR:2008:BC1871, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑02‑2008
- Wetingang
plv. P-G De Vries Lentsch-Kostense
Essentie
Ongeldigheid testament op de grond dat de erflater ten tijde van verlijden testament niet in staat was zijn wil te bepalen? Oud recht. Dwang in de zin van art. 4:940 (oud) BW? Misbruik van omstandigheden? Bewijswaardering. Cassatieberoep verworpen met toepassing van art. 81 RO.
Partij(en)
1. [Eiseres 1], te [woonplaats],
2. De gezamenlijke erfgenamen van wijlen [betrokkene 1], gewoond hebbende te [woonplaats], eisers tot cassatie, adv. mr. P. Garretsen,
tegen
1. [Verweerder 1],
2. [Verweerster 2], beiden te [woonplaats], verweerders in cassatie, adv. aanvankelijk mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai, thans mr. D. Stoutjesdijk,
en
3. [Verweerster ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.