HR, 19-10-2007, nr. R07/019HR

Documentgegevens:

HR 19-10-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA8454

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 19 oktober 2007
Magistraten: Mrs. W.J.M. Davids, J.B. Fleers, C.A. Streefkerk, W.M.E. Thomassen, W.D.H. Asser
Zaaknummer: R07/019HR
Conclusie: A-G Langemeijer
LJN: BA8454
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Juridische beroepen / Rechter
Verbintenissenrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2007:BA8454, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑10‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA8454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑05‑2006
Wetingang: EVRM art. 3; IVBPR art. 7; Verdrag tegen foltering art. 16; Gw art. 119; Wet RO art. 76; Sv art. 12, 13a, 483

Essentie

Schipholbrand. Beklag ex art. 13a Sv bij Hoge Raad over niet-vervolging van oud-ministers voor beweerdelijk gepleegde ambtsmisdrijven als bedoeld in art. 76 RO; ontvankelijkheid; Verdrag tegen foltering; IVBPR; EVRM.

De opdracht tot vervolging ter zake van beweerdelijk gepleegde ambtsmisdrijven als bedoeld in art. 76 RO kan niet worden gegeven door de Hoge Raad maar uitsluitend bij Koninklijk besluit of bij besluit van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (art. 119 Grondwet; art. 4-19 Wet van 22 april 1855, Stb. 33, houdende regeling der verantwoordelijkheid van de hoofden der Ministeriële ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.