Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 905
EHRM, 19-04-2007, nr. 63235/00
EHRM 19-04-2007, ECLI:NL:XX:2007:BA6626
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
19 april 2007
- Magistraten
J.-P. Costa, L. Wildhaber, C. Rozakis, Sir N. Bratza, P. Lorenzen, F. Tulkens, G. Bonello, R. Türmen, M. Pellonpää, K. Traja, M. Ugrekhelidze, A. Kovler, L. Garlicki, J. Borrego Borrego, L. Mijovic, E. Myjer, D. Jociene
- Zaaknummer
63235/00
- LJN
BA6626
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht (V)
Ambtenarenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BA6626, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 19‑04‑2007
- Wetingang
EVRM art. 6
Essentie
Eskelinen e.a. tegen Finland.
Art 6 van toepassing op civiele geschillen betreffende overheidsdienaren. Het EHRM komt terug op zijn doctrine neergelegd in Pellegrin tegen Frankrijk (GC 8 december 1999, nr. 28541/95) en Martinie tegen Frankrijk (GC 12 april 2006, nr. 58675/00).
Geen schending van art. 6 lid 1 (afdoening zaak op grond van schriftelijke stukken). Schending van art. 6 lid 1 (redelijke termijn). Schending van art. 13 (i.v.m. klacht redelijke termijn).
Strikte toepassing van het Pellegrin criterium zou ertoe leiden dat de zesde klager (administratief medewerkster) wel de bescherming kan inroepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.