Einde inhoudsopgave
RvdW 2007, 902
EHRM, 02-05-2007, nr. 71412/01, nr. 78166/01
EHRM 02-05-2007, ECLI:NL:XX:2007:BB7360
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
2 mei 2007
- Magistraten
C.L. Rozakis, J.-P. Costa, N. Bratza, B.M. Zupancic, P. Lorenzen, I. Cabroal Barreto, M. Pellonpää, A.B. Baka, K. Traja, S. Botoucharova, M. Ugrekhelidze, A. Mularoni, E. Fura-Sandström, A. Gyulumyan, E. Myjer, D. Jociene, D. Popovic
- Zaaknummer
71412/01
78166/01
- LJN
BB7360
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2007:BB7360, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 02‑05‑2007
- Wetingang
EVRM art. 1
Essentie
A. Behrami en B. Behrami tegen Frankrijk.
R. Saramati tegen Frankrijk, Duitsland en Noorwegen.
Internationaal optreden te Kosovo. In maart 2000 ontploft een bij NAVO-akties in Kosovo afgeworpen clusterbomeenheid temidden van spelende kinderen. Een van hen, G. Behrami, de zoon van klager A. Behrami, wordt gedood en een ander, klager B. Behrami, raakt zwaargewond. Franse KFOR-militairen (KFOR, Kosovo Force) wisten van de niet-ontplofte bommen maar hebben ze nog niet opgeruimd. De klagers Behrami klagen onder art. 2 EVRM.
Saramati is in april 2001 aangehouden als verdachte van gewelds- en vuurwapendelicten. Na zijn vrijlating, bevolen door de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.