Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/92
Falende bewijsklachten met betrekking tot opzet verdachte tot de uitvoer van verdovende middelen. Hoge Raad: art. 81 lid1 RO.
HR 19-12-2017, ECLI:NL:HR:2017:3208
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 december 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/04859
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:3208, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑12‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1380, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Essentie
Falende bewijsklachten met betrekking tot opzet verdachte tot de uitvoer van verdovende middelen. Hoge Raad: art. 81 lid1 RO.
Partij(en)
19 december 2017
Strafkamer
nr. S 15/04859
ES
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 20 oktober 2015, nummer 22/004679-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.E. Harteveld:
1. De verdachte is bij arrest van 20 oktober 2015 door het gerechtshof Den Haag wegens het onder 1 bewezenverklaarde “medeplegen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.