Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/150
Caribische zaak. Prejudiciële beslissing. Verzoek vaststelling Nederlanderschap van buiten echt geboren, door verwekker in buitenland erkend kind. IPR Sint Maarten. Erkenning in Sint Maarten van buitenlandse erkenning?; openbare orde; strijd erkenningsverbod art. 330 lid 1 onder b BWNA (oud) met art. 8 EVRM?; tijdstip erkenning buitenlandse erkenning. Stelsel RWN; tijdstip erkenning kind; rechtsvormende taak Hoge Raad.
HR 19-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:59
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 januari 2018
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
17/02344
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Personen- en familierecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:59, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1174, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Caribische zaak. Prejudiciële beslissing. Verzoek vaststelling Nederlanderschap van buiten echt geboren, door verwekker in buitenland erkend kind. IPR Sint Maarten. Erkenning in Sint Maarten van buitenlandse erkenning?; openbare orde; strijd erkenningsverbod art. 330 lid 1 onder b BWNA (oud) met art. 8 EVRM?; tijdstip erkenning buitenlandse erkenning. Stelsel RWN; tijdstip erkenning kind; rechtsvormende taak Hoge Raad.
De vraag of de erkenning van verzoeker door de man in de Dominicaanse Republiek ingevolge art. 4 RWN leidde of leidt tot verkrijging van het Nederlanderschap, is afhankelijk van het antwoord op de vraag of de buitenslands tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.