Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/183
Falende klacht over ontbrekend zittingsverbaal van de kantonrechter waarin het vonnis is aangetekend zoals is voorgeschreven in art. 395 lid 2 Sv. Hoge Raad: art. 80a RO, met verwijzing naar art. 4.8.2 Procesreglement Hoge Raad.
HR 16-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:43
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2018
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
17/02590
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:43, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Essentie
Falende klacht over ontbrekend zittingsverbaal van de kantonrechter waarin het vonnis is aangetekend zoals is voorgeschreven in art. 395 lid 2 Sv. Hoge Raad: art. 80a RO, met verwijzing naar art. 4.8.2 Procesreglement Hoge Raad.
Partij(en)
16 januari 2018
Strafkamer
nr. S 17/02590
NA/SSA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven, sector Kanton, van 28 april 2015, nummer 96/009207-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse:
1. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.