Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/176
Volgt uit de bewijsvoering dat verdachte ‘wist’ dat tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd?
HR 16-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:41
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01751
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:41, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1449, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Essentie
Volgt uit de bewijsvoering dat verdachte ‘wist’ dat tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd?
Partij(en)
16 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01751
MAA/NA
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 26 februari 2016, nummer 23/001993-15, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985.
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1. De verdachte is bij arrest van 26 februari 2016 door het Gerechtshof Amsterdam met vrijspraak van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde wegens 2. “als vreemdeling in Nederland verblijven, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.