Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/163
In voorraad hebben van vals geld met het oogmerk om dat als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven.
HR 16-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:45
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 januari 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, V. van den Brink
- Zaaknummer
16/04503
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:45, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1455, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2017
- Wetingang
Art. 209 Sr
Essentie
In voorraad hebben van vals geld met het oogmerk om dat als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven. Verdachte heeft erkend dat de valse bankbiljetten van € 500, aangetroffen in de auto waarin hij zat, van hem waren, dat hij dat geld in zijn bezit had gekregen via een ander, dat hij wist dat het vals was, dat hij wist dat hij vals geld niet in zijn bezit mocht hebben en dat hij het geld die dag had meegenomen en in zijn vest had gestopt. Hieraan heeft het hof de gevolgtrekking kunnen verbinden dat verdachte de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.