Einde inhoudsopgave
RvdW 2006, 729
Internationaal goederenvervoer over de weg. CMR. Douanerechten en kosten gemaakt i.v.m. vervoer als bedoeld in art. 23 lid 4 CMR; interpretatiemethode.
HR 14-07-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW3041 (Philip Morris/Van der Graaf)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 juli 2006
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, W.A.M. van Schendel, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C04/290HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
AW3041
- Roepnaam
Philip Morris/Van der Graaf
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht (V)
Douane (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2006:AW3041, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑07‑2006
ECLI:NL:HR:2006:AW3041, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑07‑2006
- Wetingang
CMR art. 23
Essentie
Internationaal goederenvervoer over de weg. CMR. Douanerechten en kosten gemaakt i.v.m. vervoer als bedoeld in art. 23 lid 4 CMR; interpretatiemethode.
Vervolg op HR 5 januari 2001, NJ 2001, 392 m.nt. K.F. Haak en HR 27 mei 2005, RvdW 2005, 79. Het strookt met het doel en de strekking van art. 23 lid 4 CMR, zoals dat mede tegen de achtergrond van het systeem van (limitering van) door de vervoerder verschuldigde schadevergoeding in de CMR moet worden begrepen, om aan te nemen dat de kosten waarop in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.