Einde inhoudsopgave
RvdW 2022/310
’s Hofs vaststelling bij strafmotivering dat uit uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van twee straatroven is niet begrijpelijk, omdat uittreksel waarnaar hof verwijst daarvoor geen steun biedt. Volgt partiële vernietiging t.a.v. strafoplegging.
HR 08-03-2022, ECLI:NL:HR:2022:334
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 maart 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
20/02380
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:334, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑03‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑01‑2022
Essentie
’s Hofs vaststelling bij strafmotivering dat uit uittreksel justitiële documentatie blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor het plegen van twee straatroven is niet begrijpelijk, omdat uittreksel waarnaar hof verwijst daarvoor geen steun biedt. Volgt partiële vernietiging t.a.v. strafoplegging.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 20/02380
Datum 8 maart 2022
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 31 juli 2020, nummer 22-003427-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.M.W. Paridaens:
Inleiding
1. Het gerechtshof Den ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.