Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 169 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1021)
- Inwerkingtreding
15-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 169 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1021)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘in de handel brengen’: in de handel brengen als gedefinieerd in artikel 3, punt 12, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 2)
‘voorwerp’: voorwerp als gedefinieerd in artikel 3, punt 3, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 3)
‘stof’: stof als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 4)
‘mengsel’: mengsel als gedefinieerd in artikel 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 5)
‘vervaardiging’: vervaardiging als gedefinieerd in artikel 3, punt 8, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 6)
‘gebruik’: gebruik als gedefinieerd in artikel 3, punt 24, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 7)
‘invoer’: invoer als gedefinieerd in artikel 3, punt 10, van Verordening (EG) nr. 1907/2006;
- 8)
‘afvalstof’ of ‘afval’: afvalstof als gedefinieerd in artikel 3, punt 1, van Richtlijn 2008/98/EG;
- 9)
‘verwijdering’: verwijdering als gedefinieerd in artikel 3, punt 19, van Richtlijn 2008/98/EG;
- 10)
‘nuttige toepassing’: nuttige toepassing als gedefinieerd in artikel 3, punt 15, van Richtlijn 2008/98/EG;
- 11)
‘tussenproduct in een tot de locatie beperkt gesloten systeem’: een stof die wordt vervaardigd in en verbruikt bij of gebruikt voor chemische verwerking om in een andere stof te worden omgezet (‘synthese’), waarbij de vervaardiging van het tussenproduct en de synthese van een of meer andere stoffen uit dit tussenproduct op dezelfde locatie worden uitgevoerd, en wel door een of meer rechtspersonen en onder strikt gecontroleerde voorwaarden, wat inhoudt dat zij gedurende haar hele levenscyclus met technische middelen strikt wordt ingeperkt;
- 12)
‘onopzettelijke sporenverontreiniging’: een incidenteel voorkomende minimale concentratie van een stof, laag genoeg om betekenisvol gebruik van de stof uit te sluiten, maar hoog genoeg om te worden gedetecteerd door bestaande detectiemethoden die controle en handhaving mogelijk maken;
- 13)