Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1021 betreffende persistente organische verontreinigende stoffen
Artikel 6 Beperking van de vrijkoming, minimalisering en eliminatie
Geldend
Geldend vanaf 15-07-2019
- Bronpublicatie:
20-06-2019, PbEU 2019, L 169 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1021)
- Inwerkingtreding
15-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2019, PbEU 2019, L 169 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1021)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieugevaarlijke stoffen
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Binnen twee jaar na de datum van inwerkingtreding van deze verordening of Verordening (EG) nr. 850/2004, indien die datum eerder was, stellen de lidstaten, in overeenstemming met hun verplichtingen krachtens het verdrag en het protocol, overzichten op van de in bijlage III opgenomen stoffen die in lucht, water en bodem zijn vrijgekomen, en houden die overzichten vervolgens bij.
2.
Lidstaten leggen hun actieplannen met maatregelen voor het identificeren, karakteriseren en minimaliseren, met het oog op het zo spoedig mogelijk elimineren waar mogelijk, van de totale vrijkoming van de in bijlage III opgenomen stoffen zoals geregistreerd in de overzichten die zij overeenkomstig hun verplichtingen krachtens het verdrag hebben opgesteld, voor aan de Commissie, het Agentschap en de andere lidstaten als onderdeel van hun nationale uitvoeringsplannen krachtens artikel 9.
Dergelijke actieplannen omvatten maatregelen om de ontwikkeling van vervangende of gewijzigde stoffen, mengsels, voorwerpen en processen te bevorderen en, wanneer zulks dienstig wordt geacht, het gebruik ervan verplicht te stellen, teneinde de vorming en de vrijkoming van in bijlage III opgenomen stoffen te voorkomen.
3.
Bij het bestuderen van voorstellen voor de bouw van nieuwe installaties of voor ingrijpende wijziging van bestaande installaties met behulp van processen waarbij in bijlage III opgenomen chemische stoffen vrijkomen, schenken de lidstaten, onverminderd de bepalingen van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (1), bij voorrang aandacht aan alternatieve processen, technieken of methodes die even nuttig zijn, maar waarbij de in bijlage III opgenomen stoffen niet worden gevormd en vrijkomen.
Voetnoten
Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17).