| | | Specifieke vrijstelling voor gebruik als tussenproduct of andere specificatie |
---|
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties tetrabroomdifenylether van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer de
stof voorkomt in stoffen.
- 2.
In verband met de vermeldingen betreffende tetra-, penta-, hexa-, hepta- en decaBDE is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op de som van de concentratie van die stoffen tot 500 mg/kg wanneer zij voorkomen in mengsels of
voorwerpen, onder voorbehoud van een evaluatie en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 16 juli 2021. Bij deze evaluatie
worden onder meer alle relevante effecten met betrekking tot gezondheid en het milieu beoordeeld.
- 3.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van de volgende voorwerpen toegestaan: elektrische en elektronische apparatuur die onder Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad valt.
- 4.
Het gebruik van voorwerpen met tetrabroomdifenylether als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 25 augustus
2010 is toegestaan. Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
|
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties pentabroomdifenylether van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer het
voorkomt in stoffen.
- 2.
In verband met de vermeldingen betreffende tetra-, penta-, hexa-, hepta- en decaBDE is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op de som van de concentratie van die stoffen tot 500 mg/kg wanneer zij voorkomen in mengsels of
voorwerpen, onder voorbehoud van een evaluatie en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 16 juli 2021. Bij deze evaluatie
worden onder meer alle relevante effecten met betrekking tot gezondheid en het milieu beoordeeld.
- 3.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van de volgende voorwerpen toegestaan: elektrische en elektronische apparatuur die onder Richtlijn 2011/65/EU valt.
- 4.
Het gebruik van voorwerpen met pentabroomdifenylether als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 25 augustus
2010 is toegestaan. Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
|
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties hexabroomdifenylether van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer deze
voorkomt in stoffen.
- 2.
In verband met de vermeldingen betreffende tetra-, penta-, hexa-, hepta- en decaBDE is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op de som van de concentratie van die stoffen tot 500 mg/kg wanneer zij voorkomen in mengsels of
voorwerpen, onder voorbehoud van een evaluatie en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 16 juli 2021. Bij deze evaluatie
worden onder meer alle relevante effecten met betrekking tot gezondheid en het milieu beoordeeld.
- 3.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van de volgende voorwerpen toegestaan: elektrische en elektronische apparatuur die onder Richtlijn 2011/65/EU valt.
- 4.
Het gebruik van voorwerpen met hexabroomdifenylether als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 25 augustus 2010
is toegestaan. Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
|
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties heptabroomdifenylether van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer deze
voorkomt in stoffen.
- 2.
In verband met de vermeldingen betreffende tetra-, penta-, hexa-, hepta- en decaBDE is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op de som van de concentratie van die stoffen tot 500 mg/kg wanneer zij voorkomen in mengsels of
voorwerpen, onder voorbehoud van een evaluatie en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 16 juli 2021. Bij deze evaluatie
worden onder meer alle relevante effecten met betrekking tot gezondheid en het milieu beoordeeld.
- 3.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van de volgende voorwerpen toegestaan: elektrische en elektronische apparatuur die onder Richtlijn 2011/65/EU valt.
- 4.
Het gebruik van voorwerpen met heptabroomdifenylether als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 25 augustus
2010 is toegestaan. Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
|
Bis(pentabroomfenyl)ether (decabroomdifenylether; decaBDE) | | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties decaBDE van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer het voorkomt in
stoffen.
- 2.
In verband met de vermeldingen betreffende tetra-, penta-, hexa-, hepta- en decaBDE is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op de som van de concentraties van die stoffen tot 500 mg/kg wanneer zij voorkomen in mengsels
of voorwerpen, onder voorbehoud van een evaluatie en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 16 juli 2021. Bij deze evaluatie
worden onder meer alle relevante effecten met betrekking tot gezondheid en het milieu beoordeeld.
- 3.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van decaBDE toegestaan voor de volgende
doeleinden, op voorwaarde dat de lidstaten uiterlijk in december 2019 overeenkomstig het verdrag aan de Commissie verslag uitbrengen:
- a)
bij de vervaardiging van een luchtvaartuig waarvoor vóór 2 maart 2019 typegoedkeuring werd aangevraagd en vóór december 2022
werd verkregen, tot 18 december 2023, of, indien de voortdurende behoefte gerechtvaardigd is, tot 2 maart 2027;
- b)
bij de vervaardiging van reserveonderdelen voor: - i)
een luchtvaartuig waarvoor vóór 2 maart 2019 typegoedkeuring werd aangevraagd en vóór december 2022 werd verkregen, dat vóór
18 december 2023, of, indien de voortdurende behoefte gerechtvaardigd is, vóór 2 maart 2027 werd geproduceerd, tot het einde
van de levensduur van dat luchtvaartuig;
- ii)
binnen de werkingssfeer van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad vallende motorvoertuigen, die vóór 15 juli 2019 werden geproduceerd, tot 2036, of, indien dat vroeger valt, tot het einde
van de levensduur van die motorvoertuigen;
- c)
elektrische en elektronische apparatuur die onder Richtlijn 2011/65/EU valt.
- 4.
De specifieke vrijstellingen voor reserveonderdelen voor gebruik in de in punt 3, onder b), ii), bedoelde motorvoertuigen
zijn van toepassing op de vervaardiging en het gebruik van commercieel decaBDE dat onder een of meer van de volgende categorieën
valt:
- a)
aandrijflijn en voorzieningen onder de motorkap, zoals massakabels van de accu, interconnectiekabels van de accu, buizen van
de klimaatregelingsapparatuur, aandrijflijn, bussen van het uitlaatspruitstuk, isolatie onder de motorkap, kabels en kabelboom
onder de motorkap (bekabeling van de motor enz.), snelheidssensoren, slangen, ventilatormodules en klopsensoren;
- b)
voorzieningen van het brandstofsysteem zoals brandstofslangen en al dan niet aan de onderzijde van de carrosserie bevestigde
brandstoftanks;
- c)
pyrotechnische voorzieningen en voorzieningen die daardoor worden beïnvloed, zoals ontstekingskabels van de airbags, stoelhoezen/-bekleding
(alleen voor zover relevant met het oog op de airbags) en airbags (frontaal en lateraal).
- 5.
Het gebruik van voorwerpen met decaBDE als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 15 juli 2019 is toegestaan.
Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
- 6.
Onverminderd de toepassing van andere EU-bepalingen inzake de indeling, verpakking en etikettering van stoffen en mengsels,
zijn voorwerpen waarin decaBDE zijn gebruikt gedurende de gehele levenscyclus identificeerbaar door middel van etikettering
of andere middelen.
- 7.
Het in de handel brengen en het gebruik van voorwerpen met decaBDE als bestanddeel die voor de toepassing van de specifieke
vrijstellingen in punt 3 worden ingevoerd, is toegestaan tot het verstrijken van die vrijstellingen. Punt 6 is van toepassing
alsof deze voorwerpen in overeenstemming met de vrijstelling van punt 3 zijn geproduceerd. Als zulke voorwerpen al in gebruik
waren op de datum waarop de desbetreffende vrijstelling is verstreken, mogen zij verder worden gebruikt.
- 8.
Voor de toepassing van deze vermelding wordt onder ‘luchtvaartuig’ verstaan: - a)
een burgerluchtvaartuig dat is geproduceerd overeenkomstig een typecertificaat afgegeven krachtens Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad , of overeenkomstig de goedkeuring van een ontwerp die is afgegeven krachtens de nationale regelgeving van een verdragsluitende
staat van de ICAO, of waarvoor een bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven door een verdragsluitende staat van de ICAO krachtens
bijlage 8 bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart;
- b)
een militair luchtvaartuig.
|
Perfluoroctaansulfonzuur en derivaten daarvan (PFOS) (X = OH, metaalzout (O-M+), halogenide, amide en andere derivaten inclusief polymeren) | | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties PFOS van ten hoogste 10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer de stof voorkomt in
stoffen of mengsels.
- 2.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties PFOS in halffabricaten of voorwerpen, of delen daarvan, indien de PFOS-concentratie
lager is dan 0,1 massaprocent, berekend naar de massa van structureel of microstructureel afzonderlijke delen die PFOS bevatten,
of voor textiel of andere gecoate materialen indien de hoeveelheid PFOS lager is dan 1 μg/m2 van het gecoate materiaal.
- 3.
Het gebruik van voorwerpen met PFOS als bestanddeel die al in de Unie in gebruik waren vóór 25 augustus 2010, is toegestaan.
Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
- 4.
Als de in het milieu vrijkomende hoeveelheid tot een minimum wordt beperkt, worden de vervaardiging en het in de handel brengen
voor het gebruik als nevelonderdrukker voor niet-decoratieve hardverchroming met chroom (VI) in systemen met gesloten cyclus
toegestaan tot en met 7 september 2025. Op voorwaarde dat de lidstaten waar PFOS wordt gebruikt, uiterlijk op 7 september
2024 bij de Commissie verslag uitbrengen over de vorderingen bij de eliminatie van PFOS en de voortdurende behoefte aan dit
gebruik rechtvaardigen, onderzoekt de Commissie uiterlijk op 7 september 2025 de noodzaak van een verlenging van de afwijking
voor dit gebruik van PFOS voor maximaal vijf jaar.
nevelonderdrukkers voor niet-decoratieve hardverchroming met chroom (VI) in systemen met een gesloten cyclus. Zodra nieuwe informatie beschikbaar komt met nadere bijzonderheden over het gebruik en veiliger alternatieve stoffen of technologieën,
evalueert de Commissie de in de tweede alinea genoemde uitzondering, zodat:
- a)
het gebruik van PFOS geleidelijk wordt uitgebannen zodra het gebruik van veiliger alternatieven technisch en economisch haalbaar
is;
- b)
een uitzondering alleen nog kan blijven gelden voor essentiële toepassingen waarvoor geen veiliger alternatieven bestaan,
op voorwaarde dat verslag is uitgebracht over de inspanningen die zijn gedaan om veiliger alternatieven te vinden;
- c)
de vrijkoming van PFOS in het milieu door toepassing van de beste beschikbare technieken tot een minimum is beperkt.
- 5.
Zodra door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) normen worden vastgesteld, worden deze als analysemethoden gebruikt
om aan te tonen dat stoffen, mengsels en voorwerpen aan de punten 1 en 2 voldoen. Als alternatief voor de CEN-normen kunnen
ook andere analysemethoden worden gebruikt indien de gebruiker kan bewijzen dat deze gelijkwaardig zijn.
|
DDT (1,1,1-trichloor-2,2-bis (4-chloorfenyl)ethaan) | | | |
| | | |
Hexachloorcyclohexanen, inclusief lindaan | | | |
| |
| |
| |
| | | |
| | | |
| | | |
| | | - 1.
Voorwerpen met endosulfan als bestanddeel die al in gebruik waren vóór of op 10 juli 2012, mogen in de handel gebracht en
gebruikt worden.
- 2.
Artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, is van toepassing op de in punt 1 bedoelde voorwerpen.
|
| | | In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op concentraties hexachloorbenzeen van ten hoogste
10 mg/kg (0,001 massaprocent) wanneer de stof in stoffen, mengsels of voorwerpen voorkomt.
|
| | | |
| | | |
| | | |
Polychloorbifenylen (pcb's) | | | Onverminderd Richtlijn 96/59/EG mogen voorwerpen die ten tijde van de inwerkingtreding van deze verordening al in gebruik zijn, worden gebruikt.
De lidstaten moeten apparatuur (bv. transformatoren, condensatoren of andere apparatuur die vloeistoffen bevatten) die meer
dan 0,005 % pcb's en een volume van meer dan 0,05 dm3 bevat zo spoedig mogelijk maar uiterlijk op 31 december 2025 identificeren en uit gebruik nemen.
|
| | | |
| | | |
| | | |
‘Hexabroomcyclo-dodecaan’ omvat: hexabroomcyclododecaan, 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan en zijn voornaamste diastereo-isomeren:
α-hexabroomcyclododecaan, β-hexabroomcyclododecaan, en γ-hexabroomcyclododecaan
| | | - 1.
Voor de toepassing van deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op concentraties hexabroomcyclododecaan
van ten hoogste 75 mg/kg (0,0075 massaprocent) wanneer de stof voorkomt in stoffen, mengsels of voorwerpen of als bestanddeel
van de brandvertraagde voorwerpen. Voor het gebruik van gerecycleerd polystyreen bij de productie van EPS- en XPS-isolatiemateriaal
voor gebruik in gebouwen of civieltechnische werken, is punt b) van toepassing op concentraties hexabroomcyclododecaan van
ten hoogste 100 mg/kg (0,01 massaprocent). De in dit punt 1 bedoelde vrijstellingen worden uiterlijk op 1 januari 2026 beoordeeld
en herzien door de Commissie.
- 2.
Voorwerpen van geëxpandeerd polystyreen met hexabroomcyclododecaan als bestanddeel die al in gebruik waren in gebouwen vóór
21 februari 2018 overeenkomstig Verordening (EU) 2016/293 van de Commissie en Uitvoeringsbesluit 2016/C 12/06 van de Commissie , en voorwerpen van geëxtrudeerd polystyreen met hexabroomcyclododecaan als bestanddeel die al in gebruik waren in gebouwen
vóór 23 juni 2016, mogen verder worden gebruikt. Op dergelijke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
- 3.
Onverminderd de toepassing van andere EU-bepalingen inzake de indeling, verpakking en etikettering van stoffen en mengsels,
is geëxpandeerd polystyreen dat na 23 maart 2016 in de handel is gebracht en waarin hexabroomcyclododecaan werd gebruikt,
gedurende de gehele levenscyclus identificeerbaar door middel van etikettering of andere middelen.
|
| | | - 1.
Voorwerpen met hexachloorbutadieen als bestanddeel die vóór of op 10 juli 2012 al in gebruik waren, mogen in de handel gebracht
en gebruikt worden.
- 2.
Artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, is van toepassing op de in punt 1 bedoelde voorwerpen.
|
Pentachloorfenol en de zouten en esters daarvan | | | In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties van pentachloorfenol en zouten en esters daarvan van ten hoogste 5 mg/kg (0,0005 gewichtsprocent)
wanneer deze voorkomen in stoffen, mengsels of voorwerpen.
|
| | | - 1.
Voorwerpen met polychloornaftaleen als bestanddeel die vóór of op 10 juli 2012 al in gebruik waren, mogen in de handel gebracht
en gebruikt worden.
- 2.
Artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, is van toepassing op de in punt 1 bedoelde voorwerpen.
|
Alkanen, C10-C13, chloor (gechloreerde paraffinen met een korte keten) (SCCP's)
| | | - 1.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van stoffen of mengsels met SCCP's als
bestanddeel in concentraties van minder dan 1 gewichtspercent of voorwerpen met SCCP's als bestanddeel in concentraties van
minder dan 0,15 gewichtspercent toegestaan.
- 2.
Het gebruik wordt toegestaan van: - a)
transportbanden in de mijnbouwindustrie en afdichtingsrubbers van waterkeringen met SCCP's als bestanddeel die vóór of op
4 december 2015 al in gebruik waren, en
- b)
andere dan de onder a) bedoelde voorwerpen met SCCP's als bestanddeel die vóór of op 10 juli 2012 al in gebruik waren.
- 3.
Artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, is van toepassing op de in punt 2 bedoelde voorwerpen.
|
Perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante verbindingen Perfluoroctaanzuur (PFOA), zouten daarvan en aanverwante
verbindingen:
- i)
perfluoroctaanzuur, met inbegrip van vertakte isomeren daarvan; - ii)
- iii)
aanverwante verbindingen die voor de toepassing van het verdrag stoffen zijn die worden omgezet in PFOA, met inbegrip van
alle stoffen (waaronder zouten en polymeren) die een lineaire of vertakte perfluoroheptylgroep met het (C7F15)C-gedeelte hebben als een van de structurele elementen.
De volgende verbindingen zijn geen aanverwante verbindingen: - i)
C8F17-X, waar X = F, Cl, Br;
- ii)
fluoropolymeren die behoren tot CF3[CF2]n-R', waar R'= eender welke groep, n > 16;
- iii)
perfluoralkylcarbonzuren (met inbegrip van zouten, esters, halogeniden en anhydriden) met ≥ 8 geperfluoreerde koolstof; - iv)
perfluoralkaansulfonzuren en perfluorfosfonzuren (met inbegrip van zouten, esters, halogeniden en anhydriden) met ≥ 9 geperfluoreerde
koolstof;
- v)
perfluoroctaansulfonzuur en derivaten daarvan (PFOS), zoals opgenomen in deze bijlage.
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties PFOA of zouten daarvan van ten
hoogste 0,025 mg/kg (0,0000025 massaprocent) wanneer deze voorkomen in stoffen, mengsels of voorwerpen.
- 2.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties afzonderlijke aanverwante verbindingen of een combinatie van aanverwante verbindingen van
ten hoogste 1 mg/kg (0,0001 massaprocent) wanneer deze voorkomen in stoffen, mengsels of voorwerpen.
- 3.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties aanverwante verbindingen van ten hoogste 20 mg/kg (0,002 massaprocent) wanneer deze voorkomen
in een stof die moet worden gebruikt als een vervoerd geïsoleerd tussenproduct in de zin van artikel 3, punt 15, onder c), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en die voldoet aan de strikt gecontroleerde voorwaarden van artikel 18, lid 4, onder a) tot en met f), van die verordening voor de productie van fluorchemicaliën met een perfluorkoolstofketen van ten hoogste zes atomen. De
Commissie evalueert en beoordeelt deze vrijstelling uiterlijk op 25 augustus 2023.
- 4.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), tot en met 18 augustus 2023 van toepassing op concentraties PFOA
en zouten daarvan van ten hoogste 1 mg/kg (0,0001 massaprocent) wanneer deze voorkomen in polytetrafluorethyleenmicropoeder
(PTFE-micropoeder) die wordt geproduceerd door ioniserende doorstraling of door thermische afbraak, of in mengsels en voorwerpen
voor industrieel en professioneel gebruik die PTFE- micropoeders bevatten. Alle PFOA-uitstoot tijdens de vervaardiging en
het gebruik van PTFE-micropoeder moeten worden vermeden en, indien niet mogelijk, zo veel mogelijk worden beperkt. De grenswaarde
van 1 mg/kg (0,0001 massaprocent) is alleen van toepassing op de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van
PFOA en zouten daarvan wanneer zij voorkomen in PTFE-micropoeders die worden vervoerd of worden behandeld om de concentratie
van PFOA en zouten daarvan te verlagen tot onder de grenswaarde van 0,025 mg/kg (0,0000025 % massaprocent).
- 5.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van PFOA, zouten daarvan en aanverwante
verbindingen toegestaan voor de volgende toepassingen:
- a)
fotolithografische of etsprocessen bij de vervaardiging van halfgeleiders, tot en met 4 juli 2025; - b)
fotografische coatings voor films, tot en met 4 juli 2025; - c)
olie- en waterafstotend textiel voor de bescherming van werknemers tegen gevaarlijke vloeistoffen die risico's voor hun gezondheid
en veiligheid inhouden, tot en met 4 juli 2023;
- d)
invasieve en implanteerbare medische hulpmiddelen, tot en met 4 juli 2025;
- 6.
In afwijking hiervan zijn het gebruik van PFOA, zouten daarvan en aanverwante verbindingen toegestaan in blusschuim voor de
bestrijding van dampen van vloeibare brandstoffen en branden van vloeibare brandstoffen (branden van klasse B), dat al in
geïnstalleerde, zowel mobiele als vaste, installaties aanwezig is, tot en met 4 juli 2025, met inachtneming van de volgende
voorwaarden:
- a)
blusschuim dat PFOA, zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen bevat of kan bevatten, wordt niet voor opleidingsdoeleinden
gebruikt;
- b)
blusschuim dat PFOA, zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen bevat of kan bevatten, wordt niet voor testdoeleinden gebruikt,
tenzij alle vrijgekomen stoffen worden opgevangen;
- c)
vanaf 1 januari 2023 wordt het gebruik van blusschuim dat PFOA, zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen bevat of kan
bevatten, alleen toegestaan in sites waar alle vrijgekomen stoffen kunnen worden opgevangen;
- d)
voorraden van blusschuim dat PFOA, zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen bevat of kan bevatten, worden beheerd overeenkomstig
artikel 5.
- 7.
In afwijking hiervan is het gebruik van perfluoroctylbromide met perfluoroctyljodide voor de productie van farmaceutische
producten toegestaan, onder voorbehoud van een herziening en beoordeling door de Commissie uiterlijk op 31 december 2026 en
daarna om de vier jaar, en uiterlijk op 31 december 2036.
- 8.
Het gebruik van voorwerpen met PFOA, zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen die al in de Unie in gebruik waren vóór
4 juli 2020 is toegestaan. Op zulke voorwerpen is artikel 4, lid 2, derde en vierde alinea, van toepassing.
- 9.
In afwijking hiervan zijn de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van PFOA, zouten daarvan en aanverwante
verbindingen tot en met 3 december 2020 toegestaan voor de volgende toepassingen:
- a)
niet-implanteerbare medische hulpmiddelen in de zin van Verordening (EU) 2017/745 ,
- b)
- c)
- 10.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, onder b), van toepassing op concentraties PFOA en zouten daarvan en/of aanverwante verbindingen van ten hoogste 2 mg/kg (0,0002 massaprocent)
wanneer zij aanwezig zijn in andere medische hulpmiddelen dan invasieve hulpmiddelen en implanteerbare hulpmiddelen. De Commissie
zal deze vrijstelling uiterlijk op 22 februari 2023 beoordelen en herzien.
|
| | | |
Perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), de zouten daarvan en aan PFHxS verwante verbindingen Onder ‘perfluorhexaansulfonzuur (PFHxS), de zouten daarvan en aan PFHxS verwante verbindingen’ wordt verstaan: - i)
perfluorhexaansulfonzuur, met inbegrip van vertakte isomeren daarvan; - ii)
- iii)
aan PFHxS verwante verbindingen, waaronder — wat het verdrag betreft — wordt verstaan elke stof die de C6F13S-groep als een van de structurele elementen bevat en die wordt afgebroken tot PFHxS.
| | | - 1.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op concentraties PFHxS of de zouten daarvan van
ten hoogste 0,025 mg/kg (0,0000025 massaprocent) wanneer deze voorkomen in stoffen, mengsels of voorwerpen.
- 2.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op de som van concentraties van alle aan PFHxS
verwante verbindingen van ten hoogste 1 mg/kg (0,0001 massaprocent) wanneer zij in stoffen, mengsels of voorwerpen voorkomen.
- 3.
In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op concentraties PFHxS, de zouten daarvan en aan
PFHxS verwante verbindingen van ten hoogste 0,1 mg/kg (0,00001 massaprocent) wanneer het aanwezig is in geconcentreerde mengsels
van blusschuim die bestemd zijn of worden gebruikt voor de productie van andere mengsels van blusschuim. De Commissie zal
deze uitzondering uiterlijk op 28 augustus 2026 beoordelen en herzien.
|
‘Methoxychloor’ verwijst naar elk mogelijk isomeer van dimethoxydifenyltrichloorethaan of een combinatie daarvan. | | | In verband met deze vermelding is artikel 4, lid 1, punt b), van toepassing op concentraties methoxychloor van ten hoogste
0,01 mg/kg (0,000001 % massaprocent) wanneer zij in stoffen, mengsels of voorwerpen voorkomen.
|