Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende het Internationale Monetaire Fonds
Artikel XII Organisatie en beheer
Geldend
Geldend vanaf 03-03-2011
- Bronpublicatie:
28-04-2008, Trb. 2009, 17 (uitgifte: 16-02-2009, regelingnummer: 63-2)
- Inwerkingtreding
03-03-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-08-2011, Trb. 2011, 141 (uitgifte: 18-08-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1. Structuur van het Fonds
Het Fonds heeft een Raad van Bestuur, een College van Bewindvoerders, een Directeur en een staf, en een Raad, indien de Raad van Bestuur met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal besluit dat het bepaalde in schema D zal worden toegepast.
§ 2. Raad van Bestuur
(a)
Alle bevoegdheden die voortvloeien uit deze Overeenkomst en die niet rechtstreeks worden toegekend aan de Raad van Bestuur, het College van Bewindvoerders of de Directeur, worden gelegd in handen van de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur bestaat uit een Bestuurder en een Plaatsvervanger, door ieder lid op hem vrijstaande wijze benoemd. ledere Bestuurder en iedere Plaatsvervanger vervult zijn ambt totdat een nieuwe benoeming plaatsvindt. Een Plaatsvervanger heeft geen stemrecht behalve bij afwezigheid van de Bestuurder wiens vervanger hij is. De Raad van Bestuur verkiest een van de Bestuurders als voorzitter.
(b)
De Raad van Bestuur kan het College van Bewindvoerders machtigen alle bevoegdheden van de Raad van Bestuur uit te oefenen, met uitzondering van die welke door deze Overeenkomst rechtstreeks worden toegekend aan de Raad van Bestuur.
(c)
De Raad van Bestuur houdt de vergaderingen die de Raad van Bestuur nodig acht of door het College van Bewindvoerders worden bijeengeroepen, wanneer dit door vijftien leden of door leden die een vierde van het totale stemmenaantal bezitten, wordt verzocht.
(d)
Het quorum voor een vergadering van de Raad van Bestuur wordt gevormd door een meerderheid van de Bestuurders, die niet minder dan twee derde van het totale stemmenaantal bezitten.
(e)
Iedere Bestuurder heeft het recht het aantal stemmen uit te brengen dat volgens sectie 5 van dit artikel is toegekend aan het lid dat hem benoemt.
(f)
De Raad van Bestuur kan door middel van een regeling een procedure vaststellen waarbij het College van Bewindvoerders, wanneer het dit in het belang van het Fonds acht, een beslissing van de Bestuurders betreffende een bepaald vraagstuk kan verkrijgen, zonder daarvoor een vergadering van de Raad van Bestuur bijeen te roepen.
(g)
De Raad van Bestuur en, voor zover daartoe gemachtigd, het College van Bewindvoerders, kunnen die voorschriften en regelingen vaststellen, die nodig of dienstig zijn voor de leiding der zaken van het Fonds.
(h)
Bestuurders en Plaatsvervangers nemen als zodanig hun functies waar zonder een vergoeding van het Fonds te ontvangen, maar het Fonds kan een redelijke vergoeding geven voor de kosten die zij hebben gemaakt om de vergaderingen bij te wonen.
(i)
De Raad van Bestuur stelt de aan de Bewindvoerders en hun Plaatsvervangers te betalen beloning en het salaris en de voorwaarden van het arbeidscontract van de Directeur vast.
(j)
De Raad van Bestuur en het College van Bewindvoerders kunnen die commissies benoemen die zij aanbevelenswaardig achten. Het lidmaatschap van de commissies behoeft niet te worden beperkt tot Bestuurders of Bewindvoerders of hun Plaatsvervangers.
§ 3. College van Bewindvoerders
(a)
Het College van Bewindvoerders is verantwoordelijk voor de leiding der zaken van het Fonds en tot dit doel oefenen zij alle bevoegdheden uit die hun door de Raad van Bestuur zijn overgedragen.
(b)
Het College van Bewindvoerders bestaat uit Bewindvoerders en wordt voorgezeten door de Directeur. Van de Bewindvoerders:
- (i)
worden er vijf benoemd door de vijf leden met de grootste quota;
en
- (ii)
worden er vijftien gekozen door de andere leden.
Bij iedere regelmatige verkiezing van de Bewindvoerders kan de Raad van Bestuur met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal het in (ii) hierboven genoemde aantal Bewindvoerders vergroten of verkleinen. Het in (ii) hierboven genoemde aantal Bewindvoerders wordt met één of twee verminderd, naar gelang van de omstandigheden, indien er Bewindvoerders worden benoemd ingevolge (c) hieronder, tenzij de Raad van Bestuur met een meerderheid van vijfentachtig procent van het totale stemmenaantal besluit dat deze vermindering de doeltreffende vervulling van de functies van het College van Bewindvoerders of van de Bewindvoerders zou belemmeren, dan wel een wenselijk evenwicht in het College van Bewindvoerders zou dreigen te verstoren.
(c)
Indien, bij de tweede regelmatige verkiezing van de Bewindvoerders en bij daarop volgende verkiezingen, onder de leden die ingevolge letter (b) (i) hierboven gerechtigd zijn tot het benoemen van Bewindvoerders, niet begrepen zijn de twee leden, waarvan de bedragen aan hun door het Fonds in de Algemene Middelenrekening gehouden valuta's gemiddeld over de twee voorafgaande jaren, in absolute bedragen en uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, het verst beneden hun onderscheiden quota zijn gedaald, kunnen zodanige leden, elk of beide, al naar gelang, een Bewindvoerder benoemen.
(d)
Verkiezingen van te kiezen Bewindvoerders vinden plaats met tussenpozen van twee jaar, in overeenstemming met het bepaalde in schema E, aangevuld met de voorschriften die het Fonds passend acht. Bij iedere regelmatige verkiezing van Bewindvoerders kan de Raad van Bestuur voorschriften uitvaardigen die wijzigingen aanbrengen in het stemmenaandeel dat nodig is voor het kiezen van Bewindvoerders ingevolge het bepaalde in schema E.
e)
Iedere Bewindvoerder benoemt een plaatsvervanger met volledige bevoegdheid voor hem op te treden wanneer hij niet aanwezig is, met dien verstande dat de Raad van Bestuur voorschriften kan aannemen die een Bewindvoerder die door meer dan een omschreven aantal leden is gekozen in staat stellen twee plaatsvervangers te benoemen. Indien dergelijke voorschriften worden aangenomen, mogen zij slechts worden aangepast in het kader van de regelmatige verkiezing van Bewindvoerders en zullen zij van een Bewindvoerder die twee plaatsvervangers benoemt verlangen:
- (i)
dat hij een plaatsvervanger benoemt die optreedt voor de Bewindvoerder wanneer deze niet aanwezig is en beide plaatsvervangers aanwezig zijn; en
- (ii)
dat hij de plaatsvervanger benoemt die bevoegdheden van de Bewindvoerder krachtens letter (f) hieronder uitoefent.
Indien de Bewindvoerders aanwezig zijn, mogen hun plaatsvervangers vergaderingen bijwonen, doch zonder stemrecht.
(f)
Bewindvoerders blijven in functie totdat hun opvolgers zijn benoemd of gekozen. Indien de plaats van een gekozen Bewindvoerder meer dan negentig dagen voor het einde van zijn ambtsperiode openvalt, wordt voor het resterende deel van de ambtsperiode een andere Bewindvoerder gekozen door de leden die de vorige Bewindvoerder hebben gekozen. Voor verkiezing is een meerderheid van de uitgebrachte stemmen nodig. Zolang de functie onvervuld blijft, oefent de plaatsvervanger van de vorige Bewindvoerder zijn bevoegdheden uit, met uitzondering van het recht een plaatsvervanger te benoemen.
(g)
Het College van Bewindvoerders oefent permanent op het hoofdkantoor van het Fonds zijn functies uit en vergadert zo vaak als de werkzaamheden van het Fonds dit vereisen.
(h)
Het quorum voor een vergadering van het College van Bewindvoerders wordt gevormd door een meerderheid van Bewindvoerders die niet minder dan de helft van het totale stemmenaantal vertegenwoordigen.
(i)
- (i)
Iedere benoemde Bewindvoerder is gerechtigd het aantal stemmen uit te brengen dat volgens sectie 5 van dit artikel aan het lid dat hem benoemt, is toegewezen.
- (ii)
Indien de stemmen die zijn toegewezen aan het lid dat ingevolge letter (c) hierboven een Bewindvoerder benoemt, door een Bewindvoerder zijn uitgebracht tezamen met de stemmen die als gevolg van de laatste regelmatige verkiezing van Bewindvoerders zijn toegewezen aan andere leden, kan het lid met ieder van de andere leden overeenkomen dat het aantal hem toegewezen stemmen wordt uitgebracht door de benoemde Bewindvoerder. Een lid dat zulks overeenkomt, neemt niet deel aan de verkiezing van Bewindvoerders.
- (iii)
Iedere gekozen Bewindvoerder is gerechtigd het aantal stemmen uit te brengen dat bij zijn verkiezing op hem is uitgebracht.
- (iv)
Wanneer het bepaalde in sectie 5 (b) van dit artikel van toepassing is, wordt het aantal stemmen dat een Bewindvoerder anders zou hebben mogen uitbrengen, dienovereenkomstig vermeerderd of verminderd. Alle stemmen, die een Bewindvoerder gerechtigd is uit te brengen, worden als een blok uitgebracht.
- v.
Wanneer de opschorting van het stemrecht van een lid wordt beëindigd ingevolge artikel XXVI, sectie 2, letter b, en het lid niet gerechtigd is een Bewindvoerder te benoemen, kan het lid met alle leden die een Bewindvoerder hebben gekozen, overeenkomen dat het aantal stemmen dat aan dat lid is toegewezen, wordt uitgebracht door die Bewindvoerder, met dien verstande dat, indien gedurende het tijdvak van opschorting geen gewone verkiezing van Bewindvoerders heeft plaatsgevonden, de Bewindvoerder aan de verkiezing van wie het lid vóór de opschorting had deelgenomen, of diens opvolger, gekozen in overeenstemming met paragraaf 3, letter c, punt i, van Schema L of met letter f hierboven, gerechtigd is het aan het lid toegewezen aantal stemmen uit te brengen. Het lid wordt geacht te hebben deelgenomen aan de verkiezing van de Bewindvoerder wanneer deze gerechtigd is het aantal aan het lid toegewezen stemmen uit te brengen.
(j)
De Raad van Bestuur stelt voorschriften vast, krachtens welke een lid dat niet ingevolge letter (b) hierboven gerechtigd is een Bewindvoerder te benoemen, iedere vergadering van het College van Bewindvoerders door een vertegenwoordiger kan doen bijwonen, waarin over een verzoek van dat lid of een vraagstuk waarbij het ten nauwste betrokken is, wordt beraadslaagd.
§ 4. Directeur en staf
(a)
Het College van Bewindvoerders wijst een Directeur aan die geen Bestuurder of Bewindvoerder is. De Directeur is voorzitter van het College van Bewindvoerders, maar heeft geen stem, behalve een beslissende stem in geval van staking van stemmen. Hij kan deelnemen aan de vergaderingen van de Raad van Bestuur, maar heeft in deze vergaderingen geen stemrecht. De Directeur treedt af wanneer het College van Bewindvoerders daartoe besluit.
(b)
De Directeur is het hoofd van de staf van het Fonds en leidt volgens de aanwijzingen van de Bewindvoerders de dagelijkse werkzaamheden van het Fonds. Onder het algemeen toezicht der Bewindvoerders is hij verantwoordelijk voor de organisatie, alsmede voor de benoeming en het ontslag van stafleden van het Fonds.
(c)
De Directeur en de staf van het Fonds staan bij het uitoefenen van hun functies uitsluitend in dienst van het Fonds en stellen hun diensten aan geen enkele andere autoriteit ter beschikking. Ieder lid van het Fonds eerbiedigt de internationale aard van deze dienstbetrekking en onthoudt zich van alle pogingen om een staflid bij de uitoefening van deze functies te beïnvloeden.
(d)
Bij het benoemen van het personeel wijdt de Directeur, rekening houdend met het overwegend belang van het verzekeren van een zo hoog mogelijk peil van efficiency en technische bekwaamheid, ten volle aandacht aan het belang, het personeel op zo breed mogelijke geografische basis aan te werven.
§ 5. Stemrecht
a)
Het totale aantal stemmen van elk lid is gelijk aan de som van zijn basisstemmen en zijn op het quotum gebaseerde stemmen.
- (i)
De basisstemmen van elk lid zijn gelijk aan het aantal stemmen dat voortvloeit uit de gelijke verdeling onder alle leden van 5,502 procent van het totale aantal stemmen van alle leden, met dien verstande dat er geen gedeelde basisstemmen zijn.
- (ii)
Het aantal op het quotum gebaseerde stemmen van elk lid is gelijk aan het aantal stemmen dat voortvloeit uit de toekenning van een stem per deel van zijn quotum dat gelijk is aan honderdduizend bijzondere trekkingsrechten.
(b)
Wanneer met betrekking tot het bepaalde in artikel V, sectie 4 of 5 stemming is vereist, wordt het aantal stemmen waarop ieder lid ingevolge letter (a) hierboven recht heeft, aangepast:
- (i)
door toevoeging van één stem voor ieder bedrag overeenkomende met vierhonderdduizend bijzondere trekkingsrechten van de netto-verkopen van zijn valuta uit de algemene middelen van het Fonds, tot de datum waarop wordt gestemd, of
- (ii)
door vermindering met één stem voor ieder bedrag overeenkomende met vierhonderdduizend bijzondere trekkingsrechten van de netto-aankopen door een lid ingevolge artikel V, sectie 3 (b) en (f) tot de datum waarop wordt gestemd,
met dien verstande dat noch de netto-aankopen, noch de netto-verkopen worden geacht op enig ogenblik een bedrag gelijk aan het quotum van het betrokken lid te overschrijden.
(c)
Behalve wanneer specifiek anders bepaald, worden alle besluiten van het Fonds bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen.
§ 6. Reserves, uitkering van de netto-winst en investering
(a)
Het Fonds stelt jaarlijks vast welk deel van de netto-winst van het Fonds wordt toegevoegd aan de algemene reserve of de bijzondere reserve en welk deel eventueel zal worden uitgekeerd.
(b)
Het Fonds kan gebruik maken van de bijzondere reserve voor elk doel waartoe het de algemene reserve kan gebruiken, met uitzondering van uitkering.
(c)
Indien er een uitkering van de netto-winst van enig jaar plaatsvindt, wordt deze gedaan aan alle leden, naar verhouding van hun quota.
(d)
Het Fonds kan, met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, te allen tijde besluiten een deel van de algemene reserve uit te keren. Elke zodanige uitkering dient te worden gedaan aan alle leden, naar verhouding van hun quota.
(e)
Betalingen ingevolge letters (c) en (d) hierboven worden gedaan in bijzondere trekkingsrechten, met dien verstande dat hetzij het Fonds, hetzij het lid kan besluiten dat de betaling aan het lid wordt gedaan in diens eigen valuta.
(f)
- (i)
Het Fonds kan een Investeringsrekening openen ten behoeve van het bepaalde in deze letter (f). De activa van de Investeringsrekening worden gescheiden gehouden van de andere rekeningen van de Algemene Afdeling.
- (ii)
Het Fonds kan besluiten een deel van de opbrengst van de verkoop van goud in overeenstemming met artikel V, sectie 12 (g) over te maken op de Investeringsrekening en het kan, met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal, besluiten valuta's die staan geboekt op de Algemene Middelenrekening voor onmiddellijke investering over te maken op de Investeringsrekening. Het bedrag van deze overmakingen mag niet meer belopen dan het totale bedrag van de algemene reserve en de bijzondere reserve op het tijdstip van het besluit.
- (iii)
Het Fonds kan de valuta van een lid, die geboekt staat op de Investeringsrekening, naar eigen inzicht gebruiken voor beleggingen, in overeenstemming met de door het Fonds, met een meerderheid van zeventig procent van het totale aantal stemmen, aangenomen voorschriften en regelingen. De ingevolge deze bepaling aangenomen voorschriften en regelingen dienen verenigbaar te zijn met (vii), (viii) en (ix) hieronder.
- (iv)
De inkomsten uit investeringen kunnen worden belegd in overovereenstemming[lees: overeenstemming] met het bepaalde in deze letter (f). Niet-geïnvesteerde inkomsten worden geboekt op de Investeringsrekening of kunnen worden gebruikt ter bestrijding van de kosten van de leiding der zaken van het Fonds.
- (v)
Het Fonds kan de valuta van een lid in de Investeringsrekening gebruiken om de valuta's te verkrijgen die nodig zijn ter bestrijding van de kosten van de leiding der zaken van het Fonds.
- (vi)
De Investeringsrekening dient te worden afgesloten in het geval van liquidatie van het Fonds en kan worden afgesloten, of het bedrag van de investering kan worden verminderd, vóór de liquidatie van het Fonds, bij besluit met een meerderheid van zeventig procent van het totale aantal stemmen.
- (vii)
Na afsluiting van de Investeringsrekening wegens liquidatie van het Fonds worden alle eventuele activa in deze rekening uitgekeerd in overeenstemming met het bepaalde in schema K, met dien verstande dat een deel van deze activa, overeenstemmend met het percentage dat de ingevolge artikel V, sectie 12 (g) op deze rekening overgemaakte activa vormen van het totaal van de op deze rekening overgemaakte activa, wordt beschouwd als activa die geboekt staan op de Bijzondere Aanwendingsrekening en wordt uitgekeerd in overeenstemming met schema K, paragraaf 2 (a) (ii).
- (viii)
Na afsluiting van de Investeringsrekening vóór de liquidatie van het Fonds, wordt een deel van de activa, die op deze rekening staan geboekt, overeenstemmend met het percentage dat de ingevolge artikel V, sectie 12 (g) op deze rekening overgemaakte activa vormen van het totaal van de op deze rekening overgemaakte activa, overgemaakt op de Bijzondere Aanwendingsrekening, indien deze niet is afgesloten, en het restant van de op de Investeringsrekening geboekte activa wordt overgemaakt op de Algemene Middelenrekening voor onmiddellijk gebruik bij verrichtingen en transacties.
- (ix)
Bij een vermindering van het bedrag van de investeringen door het Fonds, wordt een deel van de vermindering, overeenstemmend met het deel dat de ingevolge artikel V, sectie 12 (g) op de Investeringsrekening overgemaakte activa vormen van het totaal van de op deze rekening overgemaakte activa, overgemaakt op de Bijzondere Aanwendingsrekening, indien deze niet is afgesloten, en het restant van de vermindering wordt overgemaakt op de Algemene Middelenrekening voor onmiddellijk gebruik bij verrichtingen en transacties.
§ 7. Publikatie van verslagen
(a)
Het Fonds publiceert een jaarverslag, dat een door accountants gecontroleerde balans en winst- en verliesrekening bevat en geeft, met tussenpozen van drie maanden of korter, een beknopt overzicht van zijn verrichtingen en transacties en van zijn bezit aan bijzondere trekkingsrechten, goud en valuta's van de leden.
(b)
Het Fonds kan die andere verslagen publiceren welke het voor de uitvoering van zijn taken wenselijk acht.
§ 8. Mededeling van standpunten aan leden
Het Fonds heeft te allen tijde het recht zijn standpunten omtrent enige aangelegenheid in het kader van deze Overeenkomst informeel aan een lid mede te delen. Het Fonds kan met een meerderheid van zeventig procent van het totale stemmenaantal besluiten tot publikatie van een aan een lid uitgebracht verslag betreffende diens financiële of economische toestand en ontwikkeling, indien deze rechtstreeks een ernstige verstoring van het evenwicht in de internationale betalingsbalansen der leden zouden kunnen veroorzaken. Indien het lid niet is gerechtigd een Bewindvoerder te benoemen, is het in overeenstemming met sectie 3(j) van dit artikel gerechtigd zich te laten vertegenwoordigen. Het Fonds publiceert geen rapport dat wijzigingen zou aangeven in de fundamentele structuur van het economisch bestel van leden.