Einde inhoudsopgave
RvdW 2024/45
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op twee geldbedragen van € 18.000 en € 2.300 in woning van klaagster en haar partner i.h.k.v. strafrechtelijk onderzoek tegen partner t.z.v. verdenking van productie van en handelen in synthetische drugs. 1. Heeft behandeling in raadkamer in het openbaar plaatsgevonden? 2. Afwijzing verzoek om moeder van klaagster als getuige te horen. Heeft Rb gehandeld in strijd met beginselen van behoorlijke procesorde door daarbij slechts te verwijzen naar omstandigheid dat sprake is van marginale toets? 3. Kon Rb oordelen dat klaagster niet buiten redelijke twijfel als eigenaresse van geldbedragen kan worden aangemerkt? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-12-2023, ECLI:NL:HR:2023:1736
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 december 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, C. Caminada, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/01497 B
- Conclusie
plv. A-G mr. M.E. van Wees
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1736, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑12‑2023
Essentie
Beklag, beslag ex art. 94a Sv op twee geldbedragen van € 18.000 en € 2.300 in woning van klaagster en haar partner i.h.k.v. strafrechtelijk onderzoek tegen partner t.z.v. verdenking van productie van en handelen in synthetische drugs. 1. Heeft behandeling in raadkamer in het openbaar plaatsgevonden? 2. Afwijzing verzoek om moeder van klaagster als getuige te horen. Heeft Rb gehandeld in strijd met beginselen van behoorlijke procesorde door daarbij slechts te verwijzen naar omstandigheid dat sprake is van marginale toets? 3. Kon Rb oordelen dat klaagster niet buiten redelijke twijfel als eigenaresse van geldbedragen kan worden aangemerkt? HR: art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.