Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 90
Geldend
Geldend vanaf 16-05-2008
- Redactionele toelichting
Bron: geconsolideerde versie (14-05-2008) op eur-lex.europa.eu.
- Bronpublicatie:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Inwerkingtreding
16-05-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-05-2008, PbEU 2008, L 127 (uitgifte: 01-01-2008, regelingnummer: 420/2008)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Iedere in dit Stauut bedoelde persoon kan bij het tot aanstelling bevoegde gezag een verzoek indienen om jegens hem een besluit te nemen. Het gezag brengt zijn met redenen omklede besluit binnen vier maanden, te rekenen vanaf de dag van indiening van dit verzoek, ter kennis van de betrokkene. Is bij het verstrijken van deze termijn een antwoord op het verzoek uitgebleven, dan geldt dit als een stilzwijgend besluit tot afwijzing, waartegen een klacht in de zin van het volgende lid kan worden ingediend.
2.
Iedere in dit Statuut bedoelde persoon kan bij het tot aanstelling bevoegde gezag een klacht indienen tegen een besluit waardoor hij zich bezwaard acht, hetzij omdat dit gezag een besluit heeft genomen, dan wel omdat het geen, bij het Statuut verplichte maatregel heeft genomen. De klacht moet binnen een termijn van drie maanden worden ingediend. Deze termijn gaat in:
- —
op de dag van bekendmaking van het besluit, indien het een maatregel van algemene aard betreft;
- —
op de dag waarop het besluit ter kennis wordt gebracht van degene tot wie het gericht is en in elk geval uiterlijk op de dag waarop betrokkene ervan kennis krijgt indien het een maatregel van individuele aard betreft; indien evenwel door een besluit van individuele aard een andere persoon dan degene tot wie het gericht is, zich bezwaard kan gevoelen, gaat de termijn voor deze persoon in op de dag waarop hij van dit besluit kennis, krijgt en in. elk geval uiterlijk op de dag van bekendmaking ervan;
- —
op de dag waarop de antwoordtermijn verstrijkt, indien de klacht betrekking heeft op een stilzwijgend besluit tot afwijzing van een krachtens lid 1 ingediend verzoek.
Het gezag brengt zijn met redenen omklede besluit binnen vier maanden, te rekenen vanaf de dag van indiening van de klacht, ter kennis van de betrokkene. Is bij het verstrijken van deze termijn een antwoord op de klacht uitgebleven, dan geldt dit als een stilzwijgend besluit tot afwijzing, waartegen beroep in de zin van artikel 91 kan worden ingesteld.