Einde inhoudsopgave
Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie
Artikel 67
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2013
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2014.
- Bronpublicatie:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Inwerkingtreding
01-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-10-2013, PbEU 2013, L 287 (uitgifte: 29-10-2013, regelingnummer: 1023/2013)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De gezinstoelagen omvatten:
- a)
de kostwinnerstoelage;
- b)
de kindertoelage;
- c)
de toelage voor schoolgaande kinderen.
2.
De ambtenaar die de in dit artikel bedoelde gezinstoelagen geniet, is verplicht opgave te doen van soortgelijke toelagen uit andere bron; deze komen in mindering op die welke uit hoofde van de artikelen 1, 2 en 3 van bijlage VII worden uitbetaald.
3.
De kindertoelage kan bij een bijzonder met redenen omkleed besluit van het tot aanstelling bevoegde gezag worden verdubbeld op grond van medische bewijsstukken waaruit blijkt dat het desbetreffende kind een handicap of een langdurige ziekte heeft die voor de ambtenaar een zware financiële last is.
4.
Ingeval voornoemde gezinstoelagen krachtens de artikelen 1, 2 en 3 van bijlage VII aan een andere persoon dan de ambtenaar worden uitgekeerd, worden deze toelagen betaald in de valuta van het land waar deze persoon zijn verblijfplaats heeft, in voorkomend geval op basis van de in artikel 63, tweede alinea, bedoelde pariteiten. Op deze toelagen wordt de aanpassingscoëfficiënt toegepast die voor dat land binnen de Unie is vastgesteld, dan wel een aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 100, wanneer deze persoon zijn verblijfplaats heeft in een land buiten de Unie.
De leden 2 en 3 gelden voor de hierboven bedoelde persoon aan wie de gezinstoelagen worden uitgekeerd.