Einde inhoudsopgave
Europese Overeenkomst nopens de arbeidsvoorwaarden voor de bemanningen van motorrijtuigen in het internationale vervoer over de weg (AETR)
Artikel 6 Rijtijden
Geldend
Geldend vanaf 20-09-2010
- Bronpublicatie:
20-03-2009, Trb. 2009, 161 (uitgifte: 29-10-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
20-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2010, Trb. 2010, 219 (uitgifte: 07-09-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De dagelijkse rijtijd, als omschreven in artikel 1, onderdeel s, van deze Overeenkomst, mag ten hoogste 9 uren bedragen. Ten hoogste twee maal per week mag de rijtijd worden uitgebreid tot 10 uren.
2.
De wekelijkse rijtijd, als omschreven in artikel 1, onderdeel t, van deze Overeenkomst, mag ten hoogste 56 uren bedragen.
3.
De totale opgetelde rijtijd gedurende twee opeenvolgende weken mag ten hoogste 90 uren bedragen.
4.
Rijtijden omvatten alle rijwerkzaamheden op het grondgebied van Overeenkomstsluitende en niet-Overeenkomstsluitende Partijen.
5.
Een bestuurder dient de tijd doorgebracht als omschreven in artikel 1, onderdeel q, alsmede de tijd gedurende welke een voertuig wordt bestuurd voor commerciële activiteiten die niet onder het toepassingsgebied van deze Overeenkomst vallen, als andere werkzaamheden te registreren en dient alle tijdvakken van beschikbaarheid te registreren, als vermeld in artikel 12, paragraaf 3, onderdeel c, van de Bijlage bij deze Overeenkomst. Deze registratie geschiedt handmatig op een registratieblad of afdruk of door gebruikmaking van de functies voor handmatige invoer van het controle apparaat.